woensdag 25 september 2013

Marten Toonder – De partij van de blijheid



Na het zware boek van Brouwers was ik toe aan wat luchtigs. In dit Bommelverhaal wordt Rommeldam geteisterd door regen, somberheid en een griepgolf. Het bestuur van de stad ligt ziek op bed.

Wammes Waggel reageert op een advertentie voor ambtenaar: “Gompie, wat leuk! Ik zou best eens een personeel willen zijn.” Hij wordt aangenomen en is al snel ambtenaar eerste klasse en als burgemeester Dickerdack afhaakt neemt hij ook zijn functie over. Helaas maken de twee schurken Super en Hieper misbruik van zijn naïviteit en nemen de stad over.

Ondertussen heeft Bommel om de depressie tegen te gaan een partij van de blijheid opgericht. Hij gaat een nogal dubieuze samenwerking met de twee ongure lieden aan, want: “schurken of niet, het zijn goede vaderlanders!” Bommel is vooral gecharmeerd van het plan een internationaal pretcentrum op te richten. Bul Super laat hiervoor Wammes Waggel een reeks belastingverhogingen tekenen. Het volk moet verplicht plezier hebben en er zelf dik voor betalen. Er komen pretorders. De politie collaboreert lekker mee met het nieuwe regime. Het is “pret maken, of op de bon!”

Dan volgt de ontknoping: het volk mort meer en meer en onder leiding van Tom Poes vindt er een opstand plaats. Het pretpark blijkt van bordkarton. Het schurkenduo wil er met de belastingpoet van door gaan, maar Tom Poes steekt hier, samen met de herstelde en ingevlogen burgervader Dickerdack, een stokje voor. Eind goed, al goed. Bommels gedrag wordt hem weer eens vergeven, maar zelf merkt hij op: “deze wereld is niet rijp voor de Blijdschap.”

Geen opmerkingen: