Szczypiorski is een vergeten Poolse schrijver. In zijn leven is
de halve 20ste eeuw vervat. Hij maakte als tiener de oorlog mee, was
betrokken bij de opstand in Warschau en kwam in een kamp terecht. Na de oorlog
zag hij de communisten zijn land innemen. Later mocht zijn werk niet meer
uitgegeven worden in Polen. Na de bezetting eind jaren 80 ging hij de politiek
in. Op late leeftijd bekeerde hij zich vreemd genoeg tot het Calvinisme. Na
zijn dood kwam uit dat hij ooit informant voor de geheime dienst is geweest.
In één van de verhalen in de bundel Amerikaanse Whiskey
werkt de hoofdpersoon voor de dienst. Na een dag van verhoor keert deze man
terug naar huis in zijn mooi verdiende auto. Hij is trots op zijn werk. Zijn
vrouw ontvangt hem stil, zij gedraagt zich anders dan anders. Hij weet niet hoe
te reageren, praat opeens honderduit over zijn werk. De vrouw zegt niks terug,
de sfeer is ijzig, einde verhaal.
Het mooie van de verhalen van Szczypiorski is dat er vaak
een beklemming hangt. Je weet niet wat er aan de hand is en soms duurt het even
voordat je begrijpt waar een verhaal over gaat. Na een paar pagina’s duikt er
bijvoorbeeld opeens een ss-er op en weet je in welke tijd en op welke plek de
gebeurtenissen zich afspelen. De oorlog of de onderdrukking door het communisme
is nooit ver weg in zijn verhalen.
In het verhaal Amerikaanse Whiskey schets hij een prachtig
beeld van het naoorlogse Warschau: er is niets, een kale plat gebombardeerde
vlakte. De hoofdpersoon ontmoet twee Amerikanen en zakt de nacht door. De
volgende dag wordt hij door agenten betrapt met een fles whisky. In plaats van
dat zij samen de fles legen, belandt hij door dom gedrag van een vriend in de
cel. Het verandert zijn leven.
Szczypiorski laat in
een ander verhaal de preutsheid van het communisme zien. Tijdens een cursus van
enkele weken doet een cursusleidster het in een hutje met een student, door
anderen ’dialectisch raggen’ genoemd: onacceptabel. In een ander verhaal, dat
zich tijdens de oorlog afspeelt verhuurt een familie een kamer aan een man met
een bochel. Het blijkt een Duitser te zijn. Pijnlijk als zij een Joods meisje
onderdak willen geven.
Het verhaal ‘Op een bankje in de schemer’ is extreem
nihilistisch. De schrijver biedt ons geen enkele hoop: de tijd staat stil.
‘Eindeloos wachten we op iets dat niet zal gebeuren’, ‘we worden geknecht door
de wereld van de dingen’, etc. etc. De enige keuze die we nog hebben is die
tussen de strop en de sprong van de 20ste verdieping van een gebouw.
Vrolijk word je er niet van, het is wel goed beschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten