Zonder enige publiciteit verscheen het tiende deel van de
dagboeken van Frida Vogels. Verbazingwekkend dat het zelfs 1 week in een
boekentoptien stond. Zij zal toch niet populair worden? Het gemijmer en gezeur
gaat natuurlijk gewoon door in dit deel. Op pagina 11 lees je al dat het een
schitterende dag is, maar “ik voel mij hopelozer dan ooit”.
De moeder van Enzo ligt twee weken in het ziekenhuis vanwege
een staaroperatie. Frida gaat haar bijstaan en logeert in het ziekenhuis. De
moeder moet zo stil mogelijk blijven liggen, maar om haar schoondochter te
sparen doet zij toch allerlei dingen zelf, bijvoorbeeld zelfstandig overeind
komen: “Jij zit te ontbijten! Ik wilde je niet storen. Ik zei, dat ik naar
Lucera ben gekomen om haar te helpen en niet om rustig te ontbijten.” Zo loopt de spanning dagelijks op. Wanneer
haar schoonmoeder naar huis mag vlucht Frida Vogels letterlijk naar huis.
Frida Vogels beseft denk ik
niet helemaal hoeveel zij op haar schoonmoeder lijkt: nooit hulp vragen,
alles zelf willen doen en boos worden wanneer de ander uit een goed hart iets
voor je wil betekenen. Voor haar man Enzo - zij zijn al meer dan 20 jaar samen
- lijkt me dit niet vol te houden. Hij gaat ook veel zijn eigen gang. En zij
zit drie maanden per jaar in Nederland. Het leven met Enzo noemt zij een worsteling,
maar ook een bevroren situatie.
De vriendschap met Han Voskuil en Louisje staat in dit deel op
scherp, het is ‘een gebarsten vriendschap’. Frida denkt dat zij het haar
kwalijk nemen dat zij niet 100% kiest voor haar man en te weinig een gezamenlijk
front vormt tegen de maatschappij, zoals zij wel samen doen. Gek dat het denken
in termen van de maatschappij tegenover het individu bijna is uitgestorven.
Veel discussies in dit dagboek gaan erover hoe je authentiek kunt blijven en
hoe je zo weinig mogelijk moet laten beïnvloeden door de verderfelijke
maatschappij. Maar Frida is ook tevreden over de discussies met de Voskuilen.
Juist de confrontatie aangaan met je vrienden wil zeggen dat je nog iets voor
elkaar kunt betekenen.
Frida vogels is vaak ziek of zwak. Ze vraagt zich af waarom
ze telkens beroerd is als ze mensen heeft gezien. Maar ziek zijn heeft een
voordeel. “ …beter dan de zelfmoordstemming van de dag ervoor. Als ik ziek ben,
dan is dat tenminste wat, dan heb ik het daar op mijn manier druk mee.”
Meer dan in de vorige delen is zij bezig met haar boek. Er
is minder te lezen over de details van Enzo’s leven, met name de conflicten op
zijn werk komen nauwelijks aan bod. De relatie beschrijft zij als een
evenwicht. “Voor hem is er evenwicht als we op elkaar steunen, voor mij als we
naast elkaar staan, maar tegelijk ieder voor zich.” Dit is zo’n beetje de kern
van hun voortdurende strijd. Haar schrijfwerk is hiermee verweven. Dit moet
ruimte hebben binnen hun relatie en drie maanden Nederland is daarom
noodzakelijk, omdat zij dan tot schrijven komt. Zij gaat er soms helemaal in op
en heeft dan geen tijd voor haar leven, want zij is te druk met schrijven over
haar leven.
Tot slot is interessant te melden dat zij in die drie jaar,
als ik goed geteld heb, 5 keer - weliswaar in het donker - de liefde hebben
bedreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten