zaterdag 28 september 2013

Frida Vogels – Dagboek 1974-1976


Zonder enige publiciteit verscheen het tiende deel van de dagboeken van Frida Vogels. Verbazingwekkend dat het zelfs 1 week in een boekentoptien stond. Zij zal toch niet populair worden? Het gemijmer en gezeur gaat natuurlijk gewoon door in dit deel. Op pagina 11 lees je al dat het een schitterende dag is, maar “ik voel mij hopelozer dan ooit”.

De moeder van Enzo ligt twee weken in het ziekenhuis vanwege een staaroperatie. Frida gaat haar bijstaan en logeert in het ziekenhuis. De moeder moet zo stil mogelijk blijven liggen, maar om haar schoondochter te sparen doet zij toch allerlei dingen zelf, bijvoorbeeld zelfstandig overeind komen: “Jij zit te ontbijten! Ik wilde je niet storen. Ik zei, dat ik naar Lucera ben gekomen om haar te helpen en niet om rustig te ontbijten.”  Zo loopt de spanning dagelijks op. Wanneer haar schoonmoeder naar huis mag vlucht Frida Vogels letterlijk naar huis. 

Frida Vogels beseft denk ik  niet helemaal hoeveel zij op haar schoonmoeder lijkt: nooit hulp vragen, alles zelf willen doen en boos worden wanneer de ander uit een goed hart iets voor je wil betekenen. Voor haar man Enzo - zij zijn al meer dan 20 jaar samen - lijkt me dit niet vol te houden. Hij gaat ook veel zijn eigen gang. En zij zit drie maanden per jaar in Nederland. Het leven met Enzo noemt zij een worsteling, maar ook een bevroren situatie.

De vriendschap met Han Voskuil en Louisje staat in dit deel op scherp, het is ‘een gebarsten vriendschap’. Frida denkt dat zij het haar kwalijk nemen dat zij niet 100% kiest voor haar man en te weinig een gezamenlijk front vormt tegen de maatschappij, zoals zij wel samen doen. Gek dat het denken in termen van de maatschappij tegenover het individu bijna is uitgestorven. Veel discussies in dit dagboek gaan erover hoe je authentiek kunt blijven en hoe je zo weinig mogelijk moet laten beïnvloeden door de verderfelijke maatschappij. Maar Frida is ook tevreden over de discussies met de Voskuilen. Juist de confrontatie aangaan met je vrienden wil zeggen dat je nog iets voor elkaar kunt betekenen.

Frida vogels is vaak ziek of zwak. Ze vraagt zich af waarom ze telkens beroerd is als ze mensen heeft gezien. Maar ziek zijn heeft een voordeel. “ …beter dan de zelfmoordstemming van de dag ervoor. Als ik ziek ben, dan is dat tenminste wat, dan heb ik het daar op mijn manier druk mee.”

Meer dan in de vorige delen is zij bezig met haar boek. Er is minder te lezen over de details van Enzo’s leven, met name de conflicten op zijn werk komen nauwelijks aan bod. De relatie beschrijft zij als een evenwicht. “Voor hem is er evenwicht als we op elkaar steunen, voor mij als we naast elkaar staan, maar tegelijk ieder voor zich.” Dit is zo’n beetje de kern van hun voortdurende strijd. Haar schrijfwerk is hiermee verweven. Dit moet ruimte hebben binnen hun relatie en drie maanden Nederland is daarom noodzakelijk, omdat zij dan tot schrijven komt. Zij gaat er soms helemaal in op en heeft dan geen tijd voor haar leven, want zij is te druk met schrijven over haar leven.

Tot slot is interessant te melden dat zij in die drie jaar, als ik goed geteld heb, 5 keer - weliswaar in het donker - de liefde hebben bedreven.

Geen opmerkingen: