Ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van Harry
Mulisch in 2007 kreeg dit boekje een uitgebreide herdruk. Zolang het
verschijnsel Mulisch heeft bestaan hebben de redacteuren van Propria Cures er
een verbeten strijd tegen gevoerd.
De eerste bijdrage uit 1953 zet meteen de toon. De recensie begint met “Als ik de flap van een van zijn boeken mag geloven..” De bundel van Mulisch wordt vervolgens - zowel vanwege de inhoud als vanwege de kreupele stijl - vakkundig afgekraakt. De bespreking eindigt met een positief woord “De typografie van dit boekje is alleraardigst, werkelijk.”
De eerste bijdrage uit 1953 zet meteen de toon. De recensie begint met “Als ik de flap van een van zijn boeken mag geloven..” De bundel van Mulisch wordt vervolgens - zowel vanwege de inhoud als vanwege de kreupele stijl - vakkundig afgekraakt. De bespreking eindigt met een positief woord “De typografie van dit boekje is alleraardigst, werkelijk.”
Deze bespreking zet de trend voor alle volgende stukjes over
Mulisch. Met een cynische glimlach krijgt hij er keer op keer van langs.
Tientallen redacteuren hebben hem onderhanden genomen, waaronder Beau van Erven
Dorens, Mensje van Keulen, Vic van Reijt, Giphart en Carel Peeters. Flauw is
dat een paar auteurs geen toestemming gaven voor herdruk, Tim Krabbé
bijvoorbeeld.
Los van de inhoud van zijn boeken was Mulisch een
bijzonder pedante man die van weinig dingen verstand had maar altijd dacht de
wijsheid in pacht te hebben. Geen wonder dat het verschijnsel Mulisch zoals dat
in Amsterdam rondstapte inclusief zijn uiterlijk vaak bespot werd. Het
doorzeuren over zijn neus wordt als je alle stukjes achter elkaar leest wel erg vervelend.
Sommige PC-redacteuren haatte Mulisch werkelijk. Rik
Lamberts weet deze haat om te buigen in een paar prachtige wat langere stukken,
waaronder één n.a.v. zijn zeventigste verjaardag. In Paradijsvogel zien we
Mulisch niet alleen als pedante gelijkhebber, maar ook als iemand die uiterst
intolerant omgaat met iedereen om zich heen. Zelfs zijn eigen zoontje moet
oppleuren als Mulisch aan het woord is.
Misschien gaat er binnenkort - een paar jaar na zijn dood – nog een boekje open over hoe hij omging met de geliefden om hem heen. Ook zal dan misschien blijken dat veel van zijn werk op plagiaat berust of dat zijn beste boek (De Aanslag) niet door hemzelf is geschreven. Kortom, een grappig boekje om te lezen wanneer je ziek in bed ligt. Met dank aan Ronald.
Misschien gaat er binnenkort - een paar jaar na zijn dood – nog een boekje open over hoe hij omging met de geliefden om hem heen. Ook zal dan misschien blijken dat veel van zijn werk op plagiaat berust of dat zijn beste boek (De Aanslag) niet door hemzelf is geschreven. Kortom, een grappig boekje om te lezen wanneer je ziek in bed ligt. Met dank aan Ronald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten