zaterdag 28 september 2013

Paulien Cornelisse – Taal is zeg maar echt mijn ding


‘En dan nog iets’, de tweede bundel van Paulien Cornelisse had ik wel gelezen. Haar eerste boek nog niet. De keuze in de kampwinkel, als je eens iets anders wilt lezen dan Russische kost, is erg beperkt. Dit is de 26ste druk uit augustus 2010. Dus al tweeënhalf jaar lag Taal is zeg maar echt mijn ding te wachten in de supermarkt, veilig verpakt in plastic.

Nu de inhoud. Cornelisse ziet taaltrends en bespreekt deze op een geestige manier. Maar waar heb ik het over: iedereen heeft dit boekje al gelezen. Zij is op haar best als ze het heeft over modewoorden of uitdrukkingen als duh, best wel ,goeiemoggel, en alles…

Ik moest erg lachen bij het  stukje over de typische Nederlandse gewoonte om op vakantie vooral te moeten genieten. Het voortdurend uitroepen van clichés als ‘Mensen dit is toch leven’ en ‘dat is genieten!’ maakt mij inderdaad ook erg treurig. Na een groepsreis door Afrika: “De mensen zijn arm hier, maar op een andere manier zo rijk! Want de mensen hadden hier de ruimte en lachten allemaal zo vriendelijk. En waren oprecht dankbaar als je ze een ballpoint gaf.” Ja, dat is genieten.

Het leukste modewoord dat wat haar betreft direct mag terugkeren is smurfen. Helemaal mee eens. Het woord smurf moet veel meer gesmurft worden. Een grote ergernis deel ik ook met Cornelisse, namelijk het om onbegrijpelijke redenen uitspreken van het woord Olympisch als Olumpisch. Als Matthijs van Nieuwkerk dit weer eens doet grijp ik altijd meteen naar de zapper.

Geen opmerkingen: