Vaak las ik over Léautaud maar nog nooit had ik een letter
van hem gelezen. Vooral schrijvers waarderen hem erg. Lichtzinnige
herinneringen bestaat uit twee boekjes. Het eerste is een jeugdwerk Le petit
Ami uit 1903, het tweede is het onvoltooide Le petit Ouvrage uit 1937.
Ondanks de tijd die er tussen ligt, is de stijl en thematiek hetzelfde. Beide
boeken gaan over vrouwen.
In Le Petit Ami vertelt Léautaud over de hoertjes waar hij
dagelijks mee omging en die hij zijn vriendinnen noemde. Het gaat ook over zijn
moeder die hij na lange tijd weer terugziet en waar hij tot over zijn oren
verliefd op is. Le petit Ouvrage handelt over zijn maîtresses, vooral Madame C.
– in werkelijkheid Madame Cayssac - waar hij jarenlang een onstuimige relatie mee
onderhield. Maar daarnaast passeren ook Madame O, Madam X, etc. de revue.
Het leuke van Léautaud is dat hij volstrekt amoreel is. Dat
wil zeggen, hij vraagt zich nooit af of iets wel kan of mag. Hij bekijkt de
wereld onbevangen en veroordeelt zijn vriendinnen nergens om. Hij maakt hen
complimenten maar niet in de gebruikelijk zin. Zijn vriendinnen noemt hij
lieftallige wezens of genot schenkende schepsels. Over juffrouw Alice Chains
schrijft hij: “zij was voor mij een echte vriendin, en vriendin die niet
hooghartig was en voor wie ik mij in het geheel niet schaamde.“ Vooral vindt
hij het fijn dat zij de hele dag in een niet geheel dichtgeknoopte peignoir loopt
. Van haar begreep Léautaud dat je vrouwen eerst iets moeten geven voordat ze
van je gaan houden. Het klinkt allemaal niet echt complimenteus.
Het vierde hoofdstuk van Le petit Ami is prachtig. Hij
beschrijft hierin een aantal vriendinnen, te beginnen met Yvonne, een jong
onbedorven meisje, een beetje verlegen in een versleten jurk. Dan volgen al
haar positieve eigenschappen, maar ze zei ook de meest stomme dingen, zodat hij
na hun eerste ontmoeting meteen spijt heeft dat hij haar zijn adres heeft gegeven.
Toch wordt dit een van die goede vriendinnen
van hem.
De heerlijke Perruche, een ander vriendin, wilde dat alle
mensen van haar hielden. Zij was vlot in de omgang, had gratie, etc etc. en
“men kon haar van elke kant nemen.” Perruche overlijdt op jonge leeftijd aan
een baarmoederontsteking. Léautaud verzorgt haar tot het einde, maar is wel
blij dat zij uiteindelijk in de ochtend doodgaat, zodat hij zijn lunch niet
hoeft te missen.
Het leuke van dit boek is dat Léautaud ook beschrijft hoe
hij dit boek schrijft. Hij neemt steeds papier mee of moet tot ontevredenheid
van zijn vriendinnen opeens naar huis om aan dit boek te werken. Hij geeft aan
het einde van Le Petit Ami ook wat nabeschouwingen. Hij heeft beslist geen
wegwijzer voor het hoerenleven in Parijs gegeven. Hij heeft immers geen
volledige namen en adressen van zijn vriendinnen opgenomen, anders zouden er
wel flink wat mannen halsoverkop op af zijn gegaan.
De latere hoofdstukken van Le Petit Ami gaan over zijn
moeder. Zijn liefde voor haar gaat wel wat ver. Hij wil haar voortdurend
omhelzen, op de mond zoenen, strelen en verder. Zij is meegaand maar ook
onberekenbaar. Zij schrijven elkaar liefdesbrieven. Moeder wil de ene keer alle
liefde van hem, dan bedriegt zij hem weer en schrijft dat hij al haar brieven
moet verbranden. Uiteindelijk volgt er een breuk.
Het tweede boekje Le petit Ouvrage gaat over zijn
maîtresses. Hier neemt Léautaud helemaal geen blad voor zijn mond. Hij is vol
lof over Madame C. Tegelijk is zij behoorlijk krankzinnig. Zij heeft
woedeaanvallen, zoekt ruzie om niets, maakt hem overal zwart en is bovendien
stikjaloers. Maar zij is ook een engel in bed. Hij houdt het 19 jaar met haar
uit. De stemmingen slaan snel om bij haar. Maar midden in haar waanzin hoeft
hij maar zijn … uit zijn broek te halen en ze wordt rustig. Hij concludeert dan
ook: “Je bent pas lief wanneer je iets in je mond hebt.” Dit boek staat bol van
de expliciete liefdeshandelingen, waarbij sleutelwoorden vaak door puntjes zijn
vervangen. Een aantal maîtresses is nogal terughoudend, Madame C. niet. Zij
kent geen enkele schaamte en Léautaud evenmin. Niet verwonderlijk dat het
boekje als pornografie werd bestempeld.
Léautaud is een groot schrijver. Na één pagina wist ik al dat
ik alles van de man wilde gaan lezen. Waar dat aan ligt is lastig te zeggen?
Zijn stijl is mooi en direct. Hij heeft geen last van allerlei morele
belemmeringen en kijkt vrij de wereld in. Hij heeft een humor waar niet
iedereen om zal lachen. Hij is soms cynisch en relativeert zowel zijn eigen drijfveren
als die van zijn medemensen. Het volgende boek van Léautaud ligt al klaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten