‘Mao’s massamoord’ is een
goed geschreven, goed onderbouwd, belangrijk, maar gruwelijk boek. Iedereen
weet dat Lenin, Stalin en Hitler boeven waren. Van Mao wordt soms gedacht dat
hij toch het beste met de mensheid voor had. Voor deze ‘gelovigen’ is dit een
noodzakelijk boek. Frank Dikötter, hoogleraar in Londen en Hong Kong, heeft bij
het schrijven van dit boek veel gebruik gemaakt van recent werk van Chinese
onderzoekers. De enorme archieven in China gaan pas sinds kort een beetje open.
Veel zaken over de ‘Grote sprong voorwaarts’ en de hongersnoden die we ongeveer
wisten, worden door Dikötter met heel
veel materiaal onderschreven.
De eerste twee delen van ‘Mao’s massamoord’ zijn chronologisch. Dikötter beschrijft de
voorbereiding vanaf 1957 voor de grote sprong voorwaarts. Mao wilde in korte
tijd een snelle groei doormaken, zowel economisch, industrieel als agrarisch.
Grootse waterbouwprojecten (stuwmeren, omleggen van kanalen) waren hier
onderdeel van. Het doel was om andere landen - met name de kapitalistische -
economisch voorbij te streven. Dan pas zou, anders dan in de Sovjet-Unie, de communistische heilstaat ontstaan.
De megalomane ideeën werden onder leiding van Mao steeds
gekker en onmogelijker. Alles moesten wijken voor het grote idee. Mensenlevens
waren vanzelfsprekend niets meer waard. De staat en de partij eigenden zich
alles toe. Mooi is hoe Dikötter omschrijft hoe Mao zelf hierin de stuwende
kracht was. Afvalligen of twijfelaars binnen de partijtop werden anders dan
tijdens Stalins bewind niet opgesloten of gedood, maar Mao dwong zijn
tegenstanders tot openbare schuldbekentenissen.
Omdat alles van de staat was kon zij overal over beschikken.
miljoenen boeren werden bijvoorbeeld ingezet voor irrigatieprojecten. Deze
zouden het land vruchtbaarder moeten maken, maar mislukten grotendeels
jammerlijk. De boeren konden ondertussen niet op het land werken, waardoor
oogsten verloren gingen. Er werden nieuwe agrarische inzichten afgekondigd:
dieper ploegen en dicht op elkaar planten. Uiteraard werd het een fiasco. Om
voldoende ijzer te krijgen werden overal ovens gebouwd. Messen, gereedschap
moest worden ingeleverd om omgesmolten te worden. Pannen had men toch niet
nodig want eten deden de boeren in gezamenlijke kantines; zolang er nog eten was. De zucht naar mest
leidde ertoe dat alles wat hiertoe kon dienen werd geofferd: bomen,
huizen, menselijke uitwerpselen en zelfs
lijken.
Het resultaat van alle opgelegde verordeningen was dat de
productie inzakte. Elke plaatselijke leider hield echter vol dat de deze sprong
voorwaarts een groot succes was en gaf hogere cijfers door. Mao kon namelijk
niet ongelijk hebben. Het gevolg was dat er zelfs producten op de
internationale markt werden gedumpt onder kostprijs, alsof er overschotten waren.
Boeren stierven ondertussen van de honger.
Een bekend waanidee was de mussenactie. Iedereen moest elke
dag een paar mussen doden. Soms werd iemand tot wat jaren kamp veroordeeld als
hij niet enthousiast genoeg op mussen had gejaagd. Het gevolg was een enorme
insectenplaag.
In de tweede helft van het boek gaat Frank Dikötter
thematisch te werk. Hij beschrijft gedetailleerd de verwoestingen per sector:
landbouw, huisvesting, natuur, e.d. Daarna volgen hoofdstukken hoe men
overleefden en behandelt hij diverse bevolkingsgroepen: kinderen en bejaarden
hadden het uiteraard het moeilijkst. Alles illustreert hij met cijfers en
statistieken. Dit lijkt saai, maar de verhouding cijfers en verhaal is in
balans.
In deel 6 behandelt hij de manieren van sterven. De
wreedheden en de waanzin die hij beschrijft zijn niet altijd even leuk om te
lezen. De kampen (er bestonden zoals voor alles ook quota voor het aantal
doden), de viezigheid, de martelingen, wrede straffen om niets, zelfmoorden, kannibalisme,
het houdt gewoon niet op. De honger overheerste alles. Door de strijd om
voedsel viel de hele sociale structuur uiteen. Opstanden waren geen echte
bedreiging, mensen waren te hongerig. Mensen aten modder, stro, hout of
bijvoorbeeld een rijstepap met maden, gevolg: ‘velen werden ziek, tien mensen
stierven.’
Nog altijd waren er onder deze omstandigheden mensen die in
Mao geloofden. De chaos was het gevolg van slechte uitvoerders: ‘als hij dit
zou weten..’
Frank Dikötter besluit zijn boek met een schatting van het
aantal doden dat Mao’s grote sprong voorwaarts heeft veroorzaakt in de periode
1958-1962. Lang niet al het materiaal in de vele archieven is nog beschikbaar,
laat staan onderzocht. Zijn schatting is 45 miljoen doden, meer dan het aantal
slachtoffers onder Stalin of Hitler.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten