Ninjo gaf mij gisterenochtend dit boek van Thomas Rosenboom
en zei woef! Ik was er blij mee en begon direct te lezen. Het is een
luchtiger boek ‘Gewassen Vlees’ of ‘Publieke werken’. Deze
romans kun je doorwrocht noemen. Ik weet niet precies wat dit woord betekent, zoiets als grondig of doordacht, maar ook eindeloze zinnen en toch
goed leesbaar.
‘Zoete mond’ en vooral deze laatste van Rosenboom is dus
minder doorwrocht. De 250 pagina lees je zo uit. Het verhaal draait om het
buitenbeentje Lou Baljon en begint halverwege de jaren 70. Lou is net klaar met
de middelbare school in Arnhem en heeft slechts één doel, de bijstand in. Het
is een ideale uitkering: hoger dan een studiebeurs, je zit in het ziekenfonds
en je behoudt je vrijheid! Zijn vriend Eddie van Beek, die hij pas heeft leert
kennen denkt er net zo over.
Een goed begin van een roman: humor en een uitzichtloze
toekomst. Eddie wordt al snel journalist bij de dorpskrant en komt daar de rest
van zijn leven niet meer weg, Lou blijft werkeloos. Maar hij is ook roadie bij
de plaatselijke bluesrockband Shout. Meer dan dat, hij is chauffeur en
manusjes van alles. Dan krijgt hij een hernia en de band valt uit elkaar. Lou komt
in de WAO; beter, want nu hoeft hij niet meer te solliciteren.
In Zevenaar, een dorpje buiten Arnhem, start hij een eigen
opnamestudio en later een bioscoop. Lou zorgt ervoor dat hij zijn leven lang
underground blijft. De enige vriend die hij in Zevenaar heeft is Eddie. De
bandleden laten hem links liggen. Zij trouwen en hebben waarschijnlijk banen en
kinderen. Maar Lou is daarover niet haatdragend. Hij is een blije maar
eenzame man.
Het verhaal loopt door tot in deze tijd. Lou wordt ouder
maar niet wijzer. De herhalingen gaan op den duur irriteren. Zijn bestaan
draait wel heel erg om die paar platen en een handvol gebeurtenissen. Je kunt
je bijna niet voorstellen dat iemand zo weinig interesses heeft en zich zo
weinig ontwikkelt. Toch heeft Lou succes, bijvoorbeeld met het idee om mensen
naar de bioscoop te lokken met een rode loper. Het publiek betaalt om zich te
laten filmen op de rode loper en zich een half uur later terug te zien op het
doek. Geniaal idee… Rosenboom hangt er een verhaal omheen over de huidige narcistische samenleving.
Wel interessant is dat Lou zelf op latere leeftijd niet
kiest voor het succes. Wat was simpeler geweest om dit concept uit te bouwen?
Maar hij stopt op het hoogtepunt en vervalt weer in eenzaamheid. Deze keer is
er een meisje in het spel. Wanneer een Arnhemse bioscoop de rode loper
overneemt vindt hij dit niet erg. Met zijn zwijgzame meisje gaat hij ook in
Arnhem over de rode loper. Later neemt hij haar mee naar de studio om het
liedje Blackbird op te nemen. Eind goed, al goed, twee eenzame zielen hebben
elkaar gevonden.
De Rode Loper is een
soepel leesbaar boek, maar tegen het einde verliest het zijn kracht. Er gebeurt
niets dramatisch, het verhaal kabbelt voort en ook de ellende wordt niet breed
uitgemeten. Rosenboom had genoeg kansen om sommige scenes wat gênanter te maken of er wat meer afwisseling
in te bouwen. Vreemd vind ik dat er helemaal geen familie van Lou in voorkomt.
Hij gaat aan het begin van het verhaal op kamers, maar zijn ouders komen niet
een keer voorbij. Ook het autisme of de platte karakters van de bandleden gaat
vervelen. Storend is een paar chronologische fouten. Halverwege de jaren 70
bestonden er geen briefjes van 50 gulden en ook het nummer Whatever you want
van Status Quo is pas van 1979.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten