woensdag 25 september 2013

Jan van der Mast – De Kleine Keizer


De recensies over De Kleine Keizer had ik gemist. Gelukkig las ik in de Opzij een stukje over dit boek en heb het meteen besteld. Het boek is een roman gebaseerd op het leven van  Gerrit Keizer. Gerrit had een groeistoornis en was zo’n 80 cm. lang. Hij werd in 1874 geboren in een Fries dorpje. Als kind werd hij tentoongesteld op kermissen, later trad hij op in Parijs, Berlijn en New York.

Jan van der Mast raakte geïnspireerd  dit boek te schrijven doordat zijn vrouw de kleindochter is van de halfbroer van Gerrit. In de familie werd regelmatig over Gerrit gesproken. De Kleine Keizer is dus een roman maar volgt het leven van Gerrit voor zover dit bekend is. Hij heeft twee reizen naar Amerika gemaakt: als kind met een Hongaarse impresario, later met zijn moeder en toekomstige zwager Hendrikus.

Tijdens de eerste reis in 1888 staat hij in een dime-museum in New York, waarvan er toen vele waren. De reis en het werken in New York zijn zwaar. Pas als het lukt een plekje in een circus te bemachtigen, waar kleine Gerrit een vaste act heeft en voor een groot publiek mag optreden, o.a. op Coney Island, gaat het beter. Over het echte bezoek is weinig bekend. Jan van der Mast heeft het verhaal naar hartenlust kunnen invullen. Hij betrekt ook andere bestaande figuren in zijn verhaal zoals de reus Chang en de grote organisator en circusdirecteur P.T. Barnum. Bekend is dat de moeder Gerrit heeft teruggehaald uit Amerika. Onderweg is zij zwanger geraakt. Halfbroer Hendrik is hiervan het resultaat.

Gerrit werd overigens als de kleinste man ter wereld gepresenteerd. Historisch is dit enerzijds niet juist als het gaat om zijn exacte lengte. Anderzijds klopt het wel omdat elke beroemde act zich zo presenteerde. Er waren vele dikste vrouwen ter wereld, langste mannen ter wereld, etc.

Over de tweede reis is meer bekend, vooral omdat Amerikaanse kranten uitvoerig schrijven over over Prince Mignon, zoals Gerrit zichzelf noemt. Hij heeft veel succes in New York in een vaudeville theater en op Roofgardens, de nieuwste trend in uitgaan toen. Maar het doel van deze reis uit 1893 was de wereldtentoonstelling in Chicago. Zij gaan erheen, maar het lukt niet om optredens te regelen. In de roman krijgen zij wel Sol Bloom, de organisator te spreken. Hij ziet niks in de act van Prince Mignon. Gerrit bezoekt wel met zijn moeder en Hendrikus de Columbian World’s Exposition. Hij is erg onder de indruk.

Jan van der Mast maakt dan van de gelegenheid gebruik om uitvoerig de paviljoens en de attracties zoals Ferris Wheel  te beschrijven. Allemaal historisch juist, maar aan het romangedeelte van het boek voegt het weinig toe. Dit is vaker een moeilijkheid bij historisch romans. Over bepaalde gebeurtenissen uit het leven van Gerrit is het nodige bekend, over andere veel minder. Wat is bijvoorbeeld de exacte reden waarom hij stopt met optreden na zijn bezoek aan Chicago? Er is daar iets dramatisch gebeurd, maar wat?

Ik heb het gevoel dat schrijvers van historische romans, zo ook Jan van der Mast, zich niet kunnen inhouden uitvoerig historisch uit te pakken over zaken waar wel veel over bekend is. Deze zijn soms nauwelijks van belang voor de handelingen, gevoelens van en de verhoudingen tussen de romanpersonages, maar geven er wel couleur locale aan.

Iemand die met dezelfde keuzes te maken had is Erik Larson. Zijn roman ‘The devil in the White City’ speelt zich ook af tijdens de wereldtentoonstelling in Chicago. Het is een schitterend boek, waar Jan van der Mast terecht naar verwijst. De Kleine Keizer is minder grootst en dramatisch dan de roman van Erik Larson; ook qua stijl laat Larson Van der Mast ver achter zich. 

Toch is De Kleine Keizer een mooi boek over een opmerkelijke man. Ik las het in één dag uit. Wel vond ik Gerrit een steeds vervelender mannetje worden.  Over zijn (vroeg)wijsheid vroeg ik mij af of het wel klopt wat hij allemaal weet. Dat een arm jongetje uit een dorp in Friesland diverse talen spreekt wordt in het boek toegelicht. Maar ik vind het bijvoorbeeld vreemd dat hij schilders als Maris en Mesdag kent, terwijl nergens uit blijkt dat hij enige culturele opvoeding kreeg of kranten las. Vooral als je deze kennis afzet tegen de onwetendheid over wat er te zien zou zijn op de tentoonstelling in Chicago, terwijl dat hun reisdoel was.

Na zijn tweede bezoek aan Amerika zal Gerrit nooit meer de oversteek maken. Hij wordt sigarenhandelaar en predikant en sterft in 1946, zonder vrouw of kinderen.

Geen opmerkingen: