Na Muleum gelezen te hebben kocht ik maar meteen het
volgende boek van Erlend Loe. Helaas, Tang is minder geestig. Het verhaal gaat
over een relatie. De hoofdpersoon is een sullige jongen. Marianne komt
plotseling zijn leven binnen en voordat hij het weet wonen ze samen. Hij vraagt
zich nog wel af of hij nu verliefd is. Veel tijd om dit te overdenken krijgt
hij niet van haar. Zij bepaalt zijn leven en zij weet dat dit goed voelt.
De jongen heeft
geen vrienden, over het werk dat hij doet blijft hij vaag en als bezigheid gaat
hij regelmatig naar het zwembad. Daar ontmoet hij de zestiger Glenn, ook al
zo’n stuntelaar, waar hij een vaag soort vriendschap mee onderhoudt.
De stijl van Erlend Loe is ook in dit boek kaal. Tang is
opgebouwd uit 300 genummerde stukjes. Het lijkt op een dagboek van de jongeman
die wat naïef de wereld inkijkt. Leuk is dat er qua kalme toon weinig
onderscheid wordt gemaakt tussen dagelijkse dingen als een baantje trekken in
het zwembad, dronkenmanpraktijken als iemand in een vloerkleed rollen en op
een kruispunt leggen of een ruzie met Marianne.
Natuurlijk gaat het fout met Marianne. Zij wordt verliefd op
een baardige bioloog en even snel als ze gekomen is, gaat ze weg. Hij is
verdrietig, zijn leven heeft geen zin meer. Later keert Marianne terug en na
enige tijd vraagt zij hem of ze weer een
stelletje zijn. Het boek eindigt ermee
dat hij ’s nacht wakker wordt: ”verlamd door de gedachte dat de enige ter
wereld die mijn leven moet leiden, ikzelf ben.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten