vrijdag 27 september 2013

Andrzej Szczypiorski – Nacht, dag en nacht


Nacht, dag en nacht is het meest recente boek van Szczypiorski en toch al 20 jaar oud. Voor zover ik heb kunnen nagaan is het verschijnen ervan geheel aan de Nederlandse pers voorbij gegaan. Het zal niet verbazen. ‘Nacht, dag en nacht’ gaat over Polen en de Tweede Wereldoorlog. De titel slaat op de korte periode na de oorlog – de dag – waarin er enige hoop was op vrijheid. Toen de communisten na korte tijd in het zadel zaten was het hiermee gedaan.


Andrzej Szczypiorski beschrijft in een vloeiende stijl een aantal karakters. Een jood, een nazi, een paar gevangen Polen, een Rus van de geheime dienst, etc. Centraal staan hun levens tijdens de oorlog en wat er van hen geworden is op latere leeftijd. Hoofdpersoon is Antoni Rudowski. Hij wordt geïnterviewd door een Zwitserse journaliste. Hij vertelt zijn levensverhaal en schets het Poolse trauma. Voor sommigen kwam de oorlog als een bevrijding. De cynicus Trojan -” Hij kon het niet de hele mensheid naar de zin maken, maar wel zichzelf” – weegt zijn kansen. Hij komt overal te laat voor, staat buiten spel en dat is zijn redding. De nazibeul Arend komt in een Poolse gevangenis terecht, maar ook hij slijt zijn laatste dagen in vrijheid in een Duits dorp. Anderen zijn zich van geen kwaad bewust en belanden voor jaren in de cel.

Szczypiorski beschrijft het naoorlogse antisemitisme. Er was geen enkel medelijden met de overlevenden. Hij laat ook de onderlinge haat tussen twee joden zien. In het kamp moesten zij samenwerken, daarna konden zij elkaar niet meer luchten of zien. Over Gutmajer wordt gezegd: “Wat kan hij in Auschwitz gedaan hebben waardoor de moffen hem hebben laten leven.”

In detail beschrijft Szczypiorski  het verhoor van gevangenen. De situatie is anders dan tijdens de Duitse bezetting. Toen kon je nog hopen op een bevrijder. Die tijd is voorbij. De man die nu in de verhoorkamer tegenover je zit  is de bevrijder. En hij is voorlopig niet van plan op te stappen. De meeste gevangenen weten niet waarom zij zitten, wat de aanklacht is. Er wordt bijvoorbeeld aan Justyna, de vrouw Antoni Rudowski,  gevraagd of zij een zekere Arend kent. Zij heeft nog nooit van hem gehoord. Natuurlijk wordt er doorgevraagd en druk op haar uitgeoefend. Er wordt haar verteld eens goed na te denken of zij de naam echt niet kent…

Als je de verhoren leest, de zinloze gevangenschap en raadselachtige vervolgingen dan vermoed je dat er een logica achter zit die aan het eind van het boek wordt onthuld. Helaas, de onderdrukking had geen enkele zin. Of iemand schuldig of onschuldig was deed er niet toe. Juridisch was iemand niet schuldig, politiek wel. Bepaalde personen moesten nu eenmaal geïsoleerd worden om hen onschadelijk te maken. Er vond zorgvuldige selectie plaats. Juridische gronden waren altijd wel te vinden.

Uitvoerig gaat Szczypiorski in op het verschil tussen het nazisme en het communisme. Het was de nazi’s uiteindelijk te doen om achter de waarheid te komen: waar zat iemand ondergedoken? Mensen werden gefolterd om erachter te komen. De Sovjets daarentegen zochten naar de bevestiging van een theorie. Er bestond helemaal geen samenzwering, maar na lange verhoren gaven de gevangen uiteindelijk alles toe en was de theorie bevestigd.

In de latere hoofdstukken vragen de personages zich meer en meer af wat er is gebeurd in hun leven en komen zij tot de conclusie dat zij voor niets hebben geleefd.

Geen opmerkingen: