We gingen met de trein naar Lissabon, dus dit boek moest mee.
Een paar jaar terug hadden veel mensen het over ‘De nachttrein naar Lissabon’
en waren er erg lovend over. Mij sprak het nooit zo aan. Nu moest ik eraan
geloven.
Het verhaal gaat over de begaafde leraar oude talen Raimund
Gregorius. Hij stapt vrij plotseling uit zijn normale leven en vertrekt n.a.v.
een boek van de Portugese arts Amadeu de Prado naar Lissabon. Hier speurt hij
naar mensen die de arts hebben gekend. Er volgt er een intellectuele zoektocht
naar het leven en denken van de Prado. Met iedereen die hij ontmoet heeft hij
interessante gesprekken, hij leert de taal, wint het vertrouwen van familie en
vrienden van de arts en dringt steeds dieper door in het leven van de Prado.
De eerste 100 pagina’s vond ik goed, daarna gaan deze
gesprekken tegenstaan. Iedereen heeft zo’n prachtig gevoelsleven met diepe
gedachten, overal doemen symbolen op: een klok die al 30 jaar dezelfde tijd
aangeeft, een brief die nog niemand gelezen heeft, een onderzoek naar een
plaats die het einde van de wereld betekent. Bovendien past alles iets te goed
in elkaar: bijna alles wat Gregorius zich afvraagt wordt in de loop van het
boek beantwoord. De personages in deze roman zijn allemaal intelligent, hebben
smaak en doorzien meteen iemands gevoelsleven. De mannen kunnen stuk voor stuk
uitstekend schaken. Iedereen weet ook letterlijk herinneringen uit de jeugd op
te diepen en gevoerde gesprekken te citeren. Ze zijn niet meer menselijk. Het
zijn erg bedachte personages.
Dit hoeft niet te betekenen dat een boek meteen slechts is,
maar de stijl van Mercier is bovendien erg hoogdravend. Alles heeft betekenis. Voortdurend
wordt iets als het mooiste, belangrijkste, beste benoemd. Zeer regelmatig lees
je: ‘dit was een van de belangrijkste momenten uit mijn leven’ of ‘dit gesprek
zou zijn leven lang bijblijven’ of ‘hij vergat nooit hoe …’ Twee, drie keer
zo’n zin lezen in een boek is niet erg, 100 keer is erg vervelend. Dit geldt ook voor dooddoeners als “in de diepste diepte van
de gevoelens was 10 jaar als een seconde”. Met zo’n zin wil de schrijver
kennelijk iets héél belangrijkst mededelen.
Als Mercier het over schaken heeft, is dit uitsluitend op
een al even hoogdravende en eerbiedige toon. Schaken past kennelijk bij het
hoge intellectuele niveau van de personages. Heel interessant is het dat
schakers een hele dag over een partij doen, klokken worden niet gebruikt. Hij
trekt natuurlijk allerlei parallellen tussen schaken en het rijke gevoelsleven
van de tegenstanders. Een nogal romantisch beeld. Ik vraag mij af of Mercier
zelf wel schaakt. In het vertalen van schaaktermen gaat het een enkele keer
mis. Een stelling heet bijvoorbeeld een opstelling.
De ouderwetse romantiek blijkt ook uit het ontbreken van
mobiele telefoon, digitale camera’s, computers en internet, terwijl het boek zich
rond 2005 afspeelt. Dit leidt tot onbedoelde absurditeiten wanneer Gregorius de
foto van een vrouw zoekt. Dit is de enige passage waarin internet voorkomt. De
vrouw blijkt een website te hebben; dit zoekt iemand voor hem op terwijl hij
ernaast staat. Zij heeft ook een paar boeken geschreven. Gregorius rept zich nu
naar de boekhandel om de achterflap van een boek te bekijken, waar haar foto op
staat. De website bekijken was simpeler geweest.
Is dit dan echt een boek van niks? Meer dan 400 pagina’s is
niet te pruimen: herschrijven en inkorten tot 250 bladzijden lijkt me het
beste. En er staan wel degelijk leuke gedachten in, zoals een passage waarin
het gaat over het lichaam: “het lichaam is minder corrumpeerbaar als de geest.
In de geest speelt zich veel zelfbedrog af.”
Mooi is ook wat hij schrijft over gesprekken. Een gesprek is
geen dialoog, maar voor de één het uiten van eigen gedachten. Dit is vervolgens
aanleiding voor de ander om ook zijn eigen gedachten te uiten.
Tot slot, de nachttrein is niet alleen letterlijk bedoeld,
ook uiteraard figuurlijk: het leven als
een geestelijke trein waaruit niet te ontsnappen valt…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten