Het zal niemand ontgaan zijn dat de jaarlijkse campagne
Nederland Leest dit jaar in het teken staat van 'De Donkere kamer van Damokles'.
Ter gelegenheid hiervan zijn er in de hal van de Centrale Bibliotheek een hoop
Hermans-uitgaven te zien en te leen. Het meeste kende ik. Alleen dit boekje van
Komrij had ik om onbegrijpelijke redenen nooit eerder gezien: meteen gekocht en
gelezen.
Het is een lezing ter gelegenheid van de oprichting van het Willem Frederik Hermans-instituut in 1999. Komrij constateert dat alweer 4 jaar na zijn dood er een hoop onzin over Hermans wordt verteld. Nu hij zichzelf niet meer kan verdedigen zien anderen hun kans schoon zijn werk ‘te interpreteren’ en zijn ‘wereldbeeld te verklaren’.
Het is een lezing ter gelegenheid van de oprichting van het Willem Frederik Hermans-instituut in 1999. Komrij constateert dat alweer 4 jaar na zijn dood er een hoop onzin over Hermans wordt verteld. Nu hij zichzelf niet meer kan verdedigen zien anderen hun kans schoon zijn werk ‘te interpreteren’ en zijn ‘wereldbeeld te verklaren’.
Ik vind het ook nog steeds opvallend hoeveel mensen, die
zeggen liefhebber te zijn van zijn werk, zulke denigrerende flauwekul over hem oppennen. Iemand als Hans van
Straten bijvoorbeeld heeft een hele biografie over Hermans geschreven. Deze
rammelt niet alleen aan alle kanten vanwege de vele feitelijke onjuistheden,
het boek is ook helemaal doortrokken van een haat jegens de hoofdpersoon,
terwijl Van Straten dit niet hardop zegt. Waarom zoveel energie steken in een
degelijke ‘biografie’? Een kort haatessay kan volstaan.
Terug naar Komrij. Hij richt zijn betoog op Oek de Jong.
Deze Oek schreef na de dood van Hermans een stuk waarin hij uiteen zette waarom
hij Hermans afwijst, zogenaamd op een onpartijdige manier. Natuurlijk is dit
flauwekul. Oek was gewoon te laf om tijdens Hermans’ leven over hem te schrijven
en zemelt nu over het wereldbeeld van Hermans dat hem niet aanstaat. Komrij
maakt gehakt van hem en vat Oeks kritiek op Hermans als volgt samen: hij is
niet zoekende en niet zangerig en niet blij genoeg en vervolgt. ”We komen al
dichter bij Oeks wereldbeeld: een heelal vol honing en gezoem.”
Merkwaardig genoeg werd de bijdrage van Oek door een aantal
anderen serieus genomen; bijvoorbeeld door Wilbert Smulders, die er weer een
breedsprakig stuk over schreef. Zo houden de talentlozen elkaar in stand.
Kortom, een mooi onderwerp voor Komrij. Lees dit boekje nadat u het gratis
exemplaar van De Donkere kamer van Damokles uit heeft.
Zelf heb ik ooit Cirkel in het gras van Oek de Jong weten
uit te lezen. Iemand vond dit het mooiste boek dat zij ooit gelezen had. Dat
maakte nieuwsgierig. Wat een teleurstelling. Zelden heb ik zo’n opgeblazen,
slecht geschreven wartaalboek uitgelezen. Van de inhoud is mij gelukkig niets
bijgebleven, eruit citeren kan ik niet. Na lezing verdween het meteen in de
vuilnisbak waar het thuishoort.
Nu heeft Oek na jaren zwoegen weer een werk uitgepoept. Ik
hoef het niet te zien. Misschien dat iemand anders een paar pagina’s kan
opslaan en eruit kan citeren. Recenseren hoeft niet. De kreupele zinnen voor je
zien lijkt mij voldoende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten