zaterdag 10 oktober 2020

Merijn de Boer – De saamhorigheidsgroep


Merijn de Boer is een schrijver van constante kwaliteit. Vanaf zijn debuut in 2011, de verhalenbundel Nestvlieders, komt hij iedere twee of drie jaar met een nieuw geslaagd boek. De saamhorigheidsgroep is zijn vijfde. Het is een dikke roman over een hechte linkse vriendengroep uit de jaren tachtig. Aankomend diplomaat Bernhard is de hoofdpersoon in het verhaal. Hij kwam bij toeval in de groep terecht. De roman begint in New York in 2018. Bernhard ziet na jaren een groepslid terug.

Bernard is dik geworden en heeft, voor zover hij die ooit heeft gehad, zijn linkse idealen verloren. Hij was in de jaren dat hij wekelijks de bijeenkomsten van de groep in en rond Haarlem bezocht al een beetje een buitenstaander. De saamhorigheidsgroep stortte een deel van hun salaris in een pot. Hiermee steunden zij projecten in de derde wereld. Ook in Nederland gedroegen zij zich volgens de toenmalige linkse ideologie: tweedehands kleding, veel fietsen, tegen Amerika en tegen alles wat met de consumptiemaatschappij te maken heeft. Bernhard heeft een auto maar weet dit lange tijd voor de groep geheim te houden. 
 
Een groot deel van het verhaal, speelt in 1982-1983 in Haarlem en Amsterdam. Bernhard woont op een etage in Amsterdam. Via zijn vriend Felix, waarmee hij wekelijkse schermt komt hij in de groep terecht. Hij ziet het eerst meer als een grap, maar bij de eerste bijeenkomst wordt hij op slag verliefd op de schriele Liza. Vooral haar stem betovert hem. Bernard leert later de leden stuk voor stuk beter kennen. Goed is dat hij geen oordeel velt over hen. Het zijn overigens nogal wat groepsleden. Een recensent klaagde dat zij moeilijk uit elkaar te houden zijn. Daar had ik geen last van.
 
Met het neerzetten van deze saamhorigheidsgroep als parodie op het Nederland uit die jaren is het verhaal ten eerste erg komisch. De Boer overdrijft graag, maar ik ken uit eigen ervaring nog wel de gesprekken over de verdorven kapitalistische maatschappij en het optimisme om de wereld te verbeteren. De Boer zit er niet ver naast met zijn beschijving. “Automobilisten, VVD-stemmers, TROS-leden, Zwitserland, De Telegraaf-lezers en hondenbezitters golden in hun ogen als het Kwaad op aarde. Daarentegen konden minderheidsgroepen rekenen op hun onbegrensde sympathie. Als iemand bijvoorbeeld én arbeidsongeschikt én allochtoon én homofiel was, dan kon die wat hen betreft al eigenlijk niks meer fout doen. Als zo iemand ook nog eens in de derde wereld woonde, dan kwam diegene in aanmerking voor financiële steun uit Haarlem.” 
 
Daarnaast zijn zij erg zuinig op alles. Zij smeren hun boterhammen met een dun laagje boter, hebben altijd een raam open staan voor de frisse lucht en wassen zich soms dagen niet. Hun aandacht gaat vooral uit naar mensen in nood uit een ver buitenland. Dit staat in schril contrast met de aandacht die zij aan hun eigen kinderen schenken. Bij het eerste bezoek van Bernhard aan de groep hoort hij de hele avond een baby huilen in een andere kamer. Het gehuil wordt volledige genegeerd. 
 
Grappig is dat een van de leden nogal op seks belust is. Wanneer een vrouw in grote paniek vanuit een oorlogsgebied belt zit hij vooral te geilen op haar stem. Hij zegt haar meteen een extra bedrag toe. Wanneer later blijkt dat de vrouw lelijk is, heeft hij geen bezwaar tegen stopzetting van het hele project. Sowieso vervullen de vrouwen in de groep een ondergeschikte rol. Wanneer een stel onverwachts op bezoek komt bij een ander stel van de groep is dat volgens de man geen bezwaar. “Het komt áltijd gelegen, dat weet je. Kom, we gaan lekker in de tuin zitten. Annelies heeft een beetje hoofdpijn, maar die is vast wel bereid om wat thee te zetten. En misschien komt zij er zo ook nog wel even bij zitten.”
 
De hypocrisie gaat nog verder. Veel leden uit de groep hebben een dubbelleven. Zij zijn binnen de groep anders dan daarbuiten, hebben dan andere opvattingen, gaan vreemd of rijden stiekem in een auto. Hypocrisie is misschien niet het goede woord. Het is heel menselijk wat zij doen. Zij willen saamhorigheid, maar de behoefte om je te onderscheiden blijft bestaan. En soms wil je zomaar plezier maken en iets doen wat eigenlijk tegen je principes in gaat. De Boer schetst de beweegredenen van de leden van de groep toch wel heel subtiel.
 
Deze beschrijvingen van het leven van de groepsleden is één kant van het boek. Een groot deel beslaat de verliefdheid en de relatie van Bernhard met Liza. Zij is getrouwd, maar haar man kan geen kinderen krijgen. Dat is de aanleiding om zich aan Bernhard aan te bieden. Later wordt het een relatie vol passie, die we vooral zien door de ogen van Bernhard. Hij raakt volledig in de ban van Liza. De Boer brengt hier ook een spannend element in het verhaal. Later als Bernhard in Jeruzalem woont en nog veel later, als hij terugkeert naar Haarlem, blijft er een dreigende sfeer om hem en om de groep hangen. 
 
De saamhorigheidsgroep is een verrassende en frisse roman. Het gedrag van de groepsleden beschrijft Merijn de Boer soms wat eendimensionaal en zijn grapjes zijn weleens flauw. Een afgezaagd cliché is dat alle kinderen van de groepsleden later bij banken en andere fouten bedrijven zijn gaan werken. De ouders zijn desondanks trots op hen; niets menselijks is hen vreemd. Het geheel is erg komisch en onderhoudend, maar het boek is meer. De verzengende liefde van Bernhard is prachtig beschreven. Het verhaal gaat ook over identiteit, schuld, onthechting en melancholie. “Bernhard wist inmiddels dat hij zich overal ter wereld thuis zou kunnen voelen. Maar nu hij terug was in zijn vaderland, voelde hij iets wat hij in geen enkel ander land ooit had ervaren: onthechting.”

Geen opmerkingen: