woensdag 25 september 2013

Anna Bikont en Joanna Szczesna – Wislawa Szymborska, Prullaria, dromen en vrienden


Dit boek over de Poolse dichteres en nobelprijswinnares is vooral een bladerboek. Toen ik het vorige week ontdekte in de bibliotheek bekeek ik eerst de plaatjes en las de onderschriften. Deze week, inmiddels tweedehands aangeschaft,  kwam de tekst aan de beurt.



Szymborska heeft zelf weinig losgelaten over haar privéleven. Zij ging nooit in op interpretaties van haar werk en ontkende altijd enig verband met haar eigen leven of lachte dat weg. Het is dan behoorlijk moeilijk een biografisch boek over haar samen te stellen. Het is Anna Bikont en Joanna Szczesna gelukt;  en zelfs met instemming van het onderwerp zelf.

Prullaria, dromen en vrienden behandelt chronologisch het leven van Szymborska, te beginnen met de voorouders en natuurlijk vormt het hoogtepunt de uitreiking van de nobelprijs. Het boek is van 2007, dus toen leefde zij nog. Elk hoofdstuk staat vol anekdotes. Zij was een groot dichteres, maar hield ook van het schrijven van limericks, het maken van collages, het verzamelen van ansichtkaarten en het kijken naar televisiesoaps. In het uithalen van grappen en grollen was zij ook goed.

Over politiek liet zij zich weinig uit. Haar eerste bundels getuigden wel van liefde voor het communisme. Door sommigen is haar dit verweten. Een enkele keer liet zij zich hierover uit: ‘Ik was  toen zeker van mijn gelijk … en blind voor tegenargumenten.‘ Zij betreurt het echter niet. Later tekende ze af en toe petities tegen het regime maar lid van Solidarnosc is zij niet geweest: ‘ Ik ken geen collectieve gevoelens.’

Dit boek pretendeert niet een volledig beeld van Szymborska te geven, maar soms is het wel erg anekdotisch en melig. Niet al haar limericks waren even sterk. Maar het kan natuurlijk aan de vertaling liggen.

Leuk vind ik haar observatievermogen en hoe zij bepaalde dingen verwoord. Over de interpretatie van dromen bijvoorbeeld: je kampt met dezelfde problemen als bij de vertaling van een tekst. Vertalen is lastig. Hoe moeilijk is het dan een droom te vertalen in de taal van het waakleven.

Over historisch films: je ziet altijd de meubels die precies bij dat tijdperk horen waarin de film zich afspeelt, ‘alsof vroeger de kasten van grootvaders en overgrootvaders onmiddellijk uit het raam werden gesmeten.’

De laatste hoofdstukken gaan over de Nobelprijs. Zij kreeg bergen post na het telefoontje en moest zelfs een secretaris aanstellen om alles in goed banen te leiden, een intelligente jonge man uiteraard. De post verdeelde ze in 1. Felicitaties; 2 felicitaties en voorstellen; 3. Uitgeversvoorstellen; 4. Varia; 5. Idioten.

Het krijgen van de Nobelprijs had ook andere voordelen. Toen ze in een taxi te hard op weg naar een begrafenis werd gereden, hield een politieagent haar aan. Maar hij keek naar binnen en zei ‘O, mevrouw Wislawa’. Hij salueerde en zei: ’Doorrijden’. Szymborska was een beroemdheid geworden.

Geen opmerkingen: