Dieren was het thema van de Boekenweek 2009. Kees van Kooten
stelde naar aanleiding hiervan dit boekje samen. Hij was niet de enige die dit
deed.Een ideaal
strandboek: luchtig, dun, korte verhalen en een groot een duidelijk
lettertype. De stevige harde kaft voorkomt dat de wind vat krijgt op het
boekwerkje. Op het strand van Hoek van Holland scheen de zon, maar niet
overvloedig. Ik heb eenmaal een half uur in de zee gezwommen.
Kees van Kooten schrijft luchtig en soms moet je om hem
glimlachen. Het beste werk vind ik zijn modernismen: de ultrakorte verhalen die
vooral goed zijn als hij ze zelf voorleest. In deze dierenverhalen is hij wat
al te sentimenteel, vooral als er kinderen of kleinkinderen in het spel zijn.
Het openingsverhaal Willem, over zijn hond Willem, is het
best. In nog geen 20 pagina’s beschrijft hij de komst van Willem, hoe vrolijk
hij speelde en hun leven verrijkte en hoe hij - o droefenis - uiteindelijk stierf en werd begraven in de
tuin. Een mooi verhaal, maar het kost mij moeite een goed geformuleerde zin te
citeren. Deze dan maar: “Uit de gangkast pak ik een oud gordijn , waar ik
Willem in wikkel.”
In een uur las ik deze dierbaarste verhalen uit. Gelukkig
had ik een tweede boek bij mij gestoken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten