vrijdag 27 september 2013

Tadeusz Borowski – Hierheen naar de gaskamer, dames en heren


De titel zegt al voldoende over dit boek. Borowski overleefde Auschwitz en zijn werk gaat uitsluitend over de kampen. De verhalen zijn even intens, de beschreven gebeurtenissen even afschuwelijk als bijvoorbeeld bij Primo Levi, maar Borowski hanteert een andere stijl.



Hij is zelf de hoofdpersoon, de waarnemende verteller, maar hij beschrijft de wereld om hem heen afstandelijk en feitelijk. Bij het uitladen van de treinen lees je weinig over wat hij voelt, maar door de kale beschrijving komt het bij lezer misschien nog harder aan.

Een belangrijk thema is dat het onderscheid tussen slachtoffers en daders minder duidelijk is dan je geneigd bent te denken. Bij Borowski lees je dat, om te kunnen overleven in Auschwitz, je wel gedeeltelijk dader moest worden. “Hoe komt het dat jullie het overleefd hebben?”

Voedsel betekent overleven. Door mee te helpen Joden uit de treinen naar de gaskamers te brengen had je het recht om hun eigendommen te doorzoeken op voedsel en kleding. Bizar is dat mensen kennelijk aan alles kunnen wennen. Is dit zo? Als iemand aan Tadeusz vraagt of er nog appels zijn vraag hij eerst: “Ben je nog steeds niet dood, Abram? Wat is er voor nieuws?” Het antwoord luidt: “Niets bijzonders. We hebben Tsjechen vergast.” “Dat weet ik ook wel zonder jou, maar hoe gaat het met je persoonlijk?” “Persoonlijk? Wat kan er bij mij persoonlijk zijn?” Je kunt moeilijk zeggen dat dit een leuk boek is, wel een noodzakelijk boek.

Toen ik het las zocht ik meteen naar andere titels van Borowski. Slechts één exemplaar was er te vinden in Nederland van het prachtig vormgegeven Stenen Wereld. Bij De Slegte Rotterdam kocht ik het om er thuis achter te komen dat dit hetzelfde boek is als Hierheen naar de gaskamer, dames en heren.

Borowski werd niet oud. Hij doodde zichzelf in 1951 door de gaskraan open te zetten. 

Geen opmerkingen: