zaterdag 28 september 2013

Jan Brokken – Baltische zielen

Ik had nog niet eerder een boek van Jan Brokken gelezen en kende hem slechts van naam. Verbazingwekkend als je ziet wat voor stapel boeken hij heeft geschreven. En als je Wikipedia mag geloven is het ene boek nog fantastischer dan het andere, een en al lof. Dat schept verwachtingen.


Baltische Zielen lijkt een reisboek, maar is meer een verzameling essays rond een thema. Jan Brokken bezocht Estland, Letland en Litouwen een aantal keren. Deze bezoeken zijn aanleidingen om te schrijven over componisten, schilders, schrijvers en andere mensen die een mooi levensverhaal hebben bij de Baltische geschiedenis van de tweede helft twintigste eeuw.

Lange tijd heersten de Russen , later de Sovjets over deze streek, afgewisseld door de Nazi’s. De mensen hebben niet één  bezetting meegemaakt, maar een reeks verschillende. Bevrijders werden bezetters. De Joden waren meestal het slachtoffer. In veel dorpen en steden woonden Polen, Russen, Duitsers, Balten en Joden naast elkaar. Het Litouwse Švenčionys telde eind 19de eeuw zo’n 7.000 inwoners, waarvan bijna 5.000 Joden. “Nu wonen er volgens professor Dovid Katz nog twee…Nee, het enige Joodse dat je nog in Švenčionys zult aantreffen, is de Joods begraafplaats.”

De hoofdstukken over Mark Rothko en Lipchitz zijn geweldig. De laatste maakte het beeld de schreeuw (het paar) dat nu in de tuin van het Kröller-Müller Museum staat. Een beetje onterecht. In 1929 werd het beeld voor het eerst tentoongesteld: in Amsterdam. Maar deze ‘Copulatie in Brons’ werd verboden; het was te obsceen. Lipchitz was verbijsterd. In de Sovjet-Unie kon je zoiets verwachten, maar in Nederland.

Spectaculair en tragisch is de levensgeschiedenis van Romain Gary (Roman Kacew). Geboren in Litouwen, bracht hij zijn jeugd door in Warschau en Nice. Hij vocht in de Tweede Wereldoorlog aan Franse zijde en werd onderscheiden. Na de oorlog werd hij diplomaat en later een gevierd schrijver. Hij publiceerde onder pseudoniem en won hierdoor tweemaal  de Prix Goncourt. Hij trouwde met de beeldschone Jean Seberg en pleegde net als zij zelfmoord. Genoeg aanknopingspunten om zijn werk grondig te gaan lezen.

Jan Brokken behandelt in dit boek zo veel onderwerpen en personen dat het ondoenlijk is het allemaal te benoemen. Ik pak wat hoogtepunten. De strijd tussen vader en zoon Eisenstein is erg boeiend. De vader was een belangrijke architect in Riga; de zoon - filmmaker – zet zich enorm af tegen zijn vader, maar uiteindelijk lijkt hij meer op hem dan hem lief is.

Het stuk over Hannah Arends en de wonderlijke stad Koningsbergen is ook mooi. En Brokken beschrijft de interessante geschiedenis van de Duitse baronnen die eeuwenlang in het Letse Koerland de dienst uitmaakten.

Zijn stukken over componisten duren mij wat te lang. Arvo Pärt is een van de componisten die door Jan Brokken wordt behandeld. Zelf is hij nogal onder de indruk van de Est. Ik vond het vroeger vooral reli-kitsch, maar na het lezen van dit hoofdstuk begrijp ik wel de belangrijke plaats die hij inneemt in Estland. Tijdens de eerste uitvoering van zijn Credo in 1968 werd het publiek gek. De censuur had even niet opgelet en de muziek en tekst bracht iedereen in vervoering, men greep elkaars handen vast en iedereen huilde. Daarna had Arvo Pärt het een stuk lastiger zijn werk opgevoerd te krijgen.

Baltische zielen is een afwisselend boek dat een breed onderwerp beslaat met vele uitweidingen. Je moet wel iets hebben met de geschiedenis van Oost-Europa/de Sovjet-Unie/WO2. Alleen jammer dat Brokken de tovenaar van Riga, een der grootste schaakwereldkampioenen,  Michail Tal dus, niet één keer noemt.

Geen opmerkingen: