zaterdag 28 september 2013

Michail Sjolochow – De Stille Don 1


We zaten een week op de Veluwe. Een goed moment om een dik boek te pakken dat al lang op mijn leeslijst stond. De Stille Don was een favoriet boek van mijn vader. Vermoedelijk was ik de afgelopen week de enige persoon in Nederland die dit boek las. Erg populair is Sjolochow niet. Hij won weliswaar de Nobelprijs in 1965, maar hij werd later weggezet als Sovjetschrijver en was dus niet meer interessant. Onterecht, De Stille Don is een klassieker. Het origineel verscheen tussen 1928 en 1940. Deze Nederlandse versie is uit 1966. Ik las het eerste deel, bestaande uit de boeken De Stille Don en Storm over Rusland.

De Stille Don is een epos, vergelijkbaar in opzet met Oorlog en Vrede. Centraal in het eerste boek staat een aantal families uit een dorpje aan de Don, diep in Rusland. In de loop van het boek voel je de oorlogsdreiging opkomen en op pagina 123 wordt de revolutie voor het eerst genoemd. Je leest hoe een aantal kozakken uit het dorp meegesleurd wordt in de oorlog en de revolutie, welke keuzes zij moeten maken en hoe vrienden tegenover elkaar komen te staan.

Historische gebeurtenissen raken aan de persoonlijke familiegeschiedenissen van de dorpelingen. Later in het boek duiken er steeds meer personages op: generaals, revolutionairen of kozakken uit andere dorpen. Sommigen verdwijnen weer na een aantal hoofdstukken, keren soms weer terug of worden gedood.

Mooi is dat Sjolochow niet schrijft als een alwetende verteller. In de jaren na de revolutie en tijdens de burgeroorlog in Rusland is het land in complete verwarring. Er is geen algemeen bestuur en overal zijn legers en legertjes elkaar aan het bestrijden. Sjolochow laat de hoofdpersonen de twijfel en verwardheid uiten zonder precies uit te leggen wie er nu eigenlijk tegen elkaar strijden.

Het boek begint met de twee broers Pjotr en Grigorij. De familienamen en koosnamen zal ik u besparen. Gelukkig zit er een inlegvel bij met de namen van de meeste hoofdpersonen uit De Stille Don. De broers wonen met vader en moeder en wat kinderen op de boerderij. Grigorij legt het aan met de Aksinja, de vrouw van zijn buurman. Dit kan natuurlijk niet. Hoewel,  bijna elke kozakken-‘weduwe’ legt het aan met iemand als de man langere tijd op pad is. Grigorij trouwt dan maar met de dochter van een andere boer. De bruiloft verloopt op z’n Russisch: iedereen stomdronken, vreet en vechtpartijen, enzovoorts.

Sowieso zijn de zeden nogal ruw. Vrouwen worden standaard verkracht, waarna de verkering een feit is. Bij getrouwde vrouwen is mishandeling aan de orde van de dag. Vloeken, schreeuwen, vechten, het is de normale gang van zaken.  Na een vechtpartij spuugt iemand wat tanden uit en het leven gaat verder. In een bijzin wordt een keer gerefereerd aan een knokpartij met de opmerking ‘ toen we de herbergier doodsloegen’. Dit op een toon alsof het niet iets is waar je je verder druk om zou maken.

In een brief wordt beschreven hoe het er op de boerderij aan toe gaat. De mededeling dat er een kind is gestorven krijgt één regel. Meer ruimte is er voor het vee en voor de reparatie van het dak. Het doet allemaal wat Middeleeuws aan.

Een kozak heeft ook altijd de karwats bij de hand: om zijn vrouw of paard te ranselen. De stijl van Sjolochow is soms nogal hysterisch. Paarden worden altijd opgejaagd, geslagen en het schuim staat dan op de bek. Later in het boek zijn paarden soms geheel overdekt met schuim.

Het taalgebruik is lekker ouderwets: de vertaler gebruikt uitdrukkingen als ‘een baard groeit niet altijd waar hij moet groeien’. Kozakken hebben standaardgewoonten zoals de snorpunten in je mond stoppen of epauletten van de jas scheuren. Ook hebben de meesten veel haar op hun handen.

Na de eerste 200/300 pagina’s draait het boek vooral om de oorlog: eerst tegen de Duitsers, later onderling. De don-kozakken staan voor een moeilijke keuze. Aansluiten bij het regeringsleger of bij de bolsjewieken. Een keuze voor de ene partij, is een keuze tegen de andere partij. Voor beide keuzes kun je de doodstraf krijgen.

Grigorij leert snel in het leger. Zo leert hij het toedienen van de Baklanovslag. Een kozak genaamd de Krullenbol leert hem met veel plezier deze slag waarmee je in één keer een boom, mens of paard in tweeën snijdt. De krullenbol licht hem toe: “ zo moet je op een mens inhouwen. Een mens is zo week als deeg, vervolgde hij en zijn ogen lachten weer. Je moet niet zo lang aan het waarom denken. Je bent een kozak en het is je taak om er op in te slaan.”

Sjolochow is kritisch over de oorlog. Een held wordt uitvoerig beschreven, maar Sjolochow besluit de beschrijving met: “In werkelijkheid was het zo  toegegaan:  op het veld des doods hadden mensen elkaar ontmoet, wier handen nog onbedreven waren in het verdelgingswerk. In dierlijke angst waren zij op elkaar ingerend; ze hadden elkaar in den blinden weg slagen toegebracht en verminkt en waren geschrokken van een schot, dat een man had gedood. Moreel gebroken waren ze toen naar alle richtingen uiteen gestoven. Dit noemde men een heldendaad.”

Een dagboek van een soldaat die verliefd is op een meisje beslaat een heel hoofdstuk. Aan het einde begrijp je dat de schrijver ervan is gedood. Een kozak brengt het dagboek bij zijn kameraden: er wordt slechts gelachen om dit vreemde korte leven met zijn aardse hartstochten.

Dezelfde kozakkenmentaliteit lees je in de omgang met vrouwen. Aksinja wordt een keer verkracht door de zoon van een herenboer. Later wordt het zijn vaste liefje. Maar na de daad roept hij uit dat je op ieder moment moet profiteren van het leven: “Ik mag alles!”

Zelfs incest komt in dit boek voor. Een gescheiden vrouw keert terug naar huis. Haar broer driegt dat hij haar ’s nachts zal bespringen. Gelukkig voor haar weet zij te ontkomen. Het is opmerkelijk dat je die nihilistisch mentaliteit en wreedheid bij de verschillende kampen in het boek aantreft. Ik had toen ik begon te lezen een communistisch boek verwacht. Maar de Roden (de latere overwinnaars) komen er niet beter af dan de kozakken of de oude garde. Iedereen moordt, martelt en verkracht. En sommigen hebben het daarbij over hun morele principes.

Nergens lees je een standaard zwart-wit verhaal: de slechte landheren tegenover de brave arbeiders. bijvoorbeeld.  En zelfs het geloof in de communistische eindoverwinning trof ik niet aan. Als door de bolsjewieken een stad is heroverd, roept een vrouw hen uitbundig toe. Door de strijders wordt zij gewaarschuwd niet te hard te juichen want morgen kan een andere partij weer winnen en dan word je gedood om je enthousiasme. Vertrouwen in een goede afloop geeft ‘De Stille Don’ dus niet.

De rivier de Don wordt vaak genoemd. Zij staat symbool voor het leven op het land of voor de onveranderlijkheid van de natuur tegenover de grillen van de mensen, zoiets. De Don is onstuimig, dan weer rustig. Als de trein over de Don rijdt wordt er stilgestaan om spullen in de rivier te gooien,  als een soort offer. Maar natuurlijk trekt de Don zich niets aan van alle aardse strijd tussen de mensen.

De volgende dikke band van De Stille Don ligt al klaar, maar ik wacht er nog even mee. 
Als je van Russische literatuur houdt moet je dit gelezen hebben. 

Geen opmerkingen: