‘Foon’ is
een wat mysterieus boek. De titel is prachtig. Vanaf de eerste pagina werd ik
het verhaal ingezogen. Het speelt in Rusland, in een afgelegen streek, waar
ooit een dorp was. Nadja leeft met haar man Lev. Hij is een stuk ouder dan Nadja en is enigszins hulpbehoevend. Hij was bioloog aan
een universiteit. Ooit hadden zij hier een laboratorium. Er kwamen groepen
studenten langs en vrijwilligers uit het buitenland. “Een buitenstaander zou
zeggen, die mensen leven in het paradijs.”
Nu leven
Nadja en Lev samen met hun dieren. Iedere dag is hetzelfde. Zij zijn een
overblijfsel van een wereld die niet meer bestaat. Soms komt hun zoon langs,
die een geheel ander leven leidt dan zij. Nadja heeft ook een dochter, waar
geen contact meer mee is. Dit maak je op uit het weinige dat zij hierover zegt
of denkt. De Moor vertelt het verhaal geheel vanuit Nadja. Maar haar gedachten
zijn niet altijd even helder. Aan het begin van het verhaal denk je dat vooral
Lev aan het dementeren is en dat zij diegene is die alles doorziet. Later
begrijp je dat haar gezichtspunt niet helemaal betrouwbaar is.
Er heeft
zich een ramp voorgedaan. Dat wordt al gauw duidelijk. Nadja heeft het een paar
maal over het jaar waarin alles mis ging. Wat die tragedie is, daar zal ik niks
over zeggen. Dit gegeven zorgt er voor dat je aan het lezen blijft. Een tweede raadsel
is het wonderlijke geluid, dat zij af en toe horen vanuit de hemel. Vooral Lev
schrikt er steeds hevig van. Het is de foon. Is het iets tektonisch? Is het God
die van zich laat horen. Duidelijk wordt het niet, maar De Moor schrijft er
mooi over. “Het is de achtergrondruis van het leven. De hele geschiedenis zit
erin, van het liefste lied tot de angstigste schreeuw, maar wees niet bang.
Mensen die bang zijn voor geluiden zijn bang voor hun verbeelding.”
De rijke
verbeelding van Nadja is misschien de kern van deze roman. Bij het begin is zij
het oog dat de gebeurtenissen uit het heden en verleden lijkt te registreren.
Later is zij meer de verbeelder van een hoop verhalen. Hoort zij de foon echt,
of zit het geluid in haar hoofd. Of is het een hallucinatie van Lev? Nadja is
’s nachts vaak wakker. Zij hoort dan de trein voorbijkomen. Zij spreekt in haar
fantasie met de machinist. Hij is voor haar een reëel figuur. Haar zoon zegt
later dat de trein hier al jaren niet meer rijdt. Maar wie er gelijk heeft,
doet er eigenlijk niet toe.
Los van de
verhaallijnen en de spanning die De Moor oproept is ‘Foon’ gewoon erg goed
geschreven. Er komen tal van thema’s voorbij, zoals de omgang met de
dierenwereld, eenzaamheid, de betrouwbaarheid van het geheugen. Ongemerkt
verweeft zij al deze onderwerpen in het verhaal. Daarbij schets zij op de
achtergrond een beeld van Rusland in een tijd van veranderingen. Er wordt ook flink
gedronken in de roman. “Een Rus kan niet nuchter blijven onderweg, die moet wel
drinken, omdat hij in de minderheid is. Dat is de pest van ons leven, we zijn
altijd in de minderheid en de kilometers zijn in de meerderheid.”
In het
verhaal wordt Nadja meer en meer geconfronteerd met het verleden. Haar
levensgeschiedenis en de ramp worden langzaam onthuld voor de lezer. De eerste
helft van het boek is zeer sterk. Later zakte het verhaal een beetje in met
iets te veel personages en gebeurtenissen uit het verleden. Dat neemt niet weg
dat ik het boek met veel plezier in amper twee dagen heb uitgelezen.
1 opmerking:
Mooi, dank hiervoor, ik ga het ook lezen.
Een reactie posten