Vorig jaar
verscheen de herdruk van deze prachtige novelle uit 1922. De schrijver was
verbonden met de Bloomsburygroep. Zijn bijnaam was Bunny. In het nawoord zet
vertaler Irwan Droog het ingewikkelde liefdesleven van hem uiteen. David (Bunny)
Garnett (1892-1981) kreeg een verhouding met schilder Duncan Grant, die
relaties onderhield met andere mannen en met één vrouw: Vanessa Bell, de zus
van Virginia Woolf. Vanessa was getrouwd met
Clive Bell. Zij raakte zwanger van Duncan en kreeg een dochter Angelica
Bell. Bunny verklaarde dat het meisje zo mooi was en dat hij later met haar zou
trouwen; aldus geschiedde.
woensdag 30 januari 2019
zondag 27 januari 2019
Marieke Lucas Rijneveld – Fantoommerrie
De
gedichten van Marieke Lucas Rijneveld lees je bij voorkeur tweemaal achtereen:
de eerste maal om de woorden tot je door te laten dringen, de tweede maal om
het ritme van haar zinnen te volgen. En dan heb ik het nog niet over de beelden
die de woorden en zinnen oproepen. Een derde maal lezen is aan te raden.
Daarmee zijn de gedichten in ‘Fantoommerrie’ niet moeilijk. Ze zijn gevuld.
donderdag 24 januari 2019
Boris Ryzji – Rotterdams dagboek
De eerste
zin uit ‘Rotterdams dagboek’ van de Russische dichter Boris Ryzji sprak mij
meteen aan. “Ik ging een café binnen, kreeg er de kriebels, ging naar buiten en
liep snel naar een tegenovergelegen café.” Dit boekje schreef Ryzje nadat hij
in 2000 had opgetreden op Poetry International. Hij schreef over zijn
belevenissen in Rotterdam, maar de tekst gaat vooral over zijn leven in Jekaterinburg,
waar het naast dichten draaide om vechten en zuipen.
woensdag 23 januari 2019
A. F. Th. Van der Heijden - Mooi doodliggen
A. F. Th.
Van der Heijden is op zijn best als hij de ruimte neemt met breed uitgesponnen verhalen,
zoals in de cyclus ‘De tandeloze tijd’ of in het recente ‘Kwaadschiks’. Het
draait in zijn romans vaak om een drama waarbij niemand precies de waarheid achter
kent. Hij speelt met nepnieuws en misinterpretaties. Het onderwerp in zijn
nieuwste roman ‘Mooi doodliggen’ past daarom uitstekend bij hem: de ramp met de
MH17 en de gefingeerde dood van een Russisch journalist.
zondag 20 januari 2019
Johan Harstad – Heterdaad
Tijdens het
schrijven van de dikke roman Max, Mischa & het Tet-offensief had Johan
Harstad er behoefte aan zich af en toe te ontspannen. Dat deed hij, althans dat
beweerde hij, door het schrijven van korte detective-parodieën met
privédetective Heterdaad in de hoofdrol. Deze stukjes zijn gebundeld als de
verzamelde werken van Frode Brandeggen. De annotaties door Bruno Aigner beslaan
een groot deel van het boek.
woensdag 16 januari 2019
Karel Capek - Krakatiet
De Tsjechische
schrijver Karel Čapek (1890-1938) heeft
meerdere dystopische verhalen geschreven. Zijn bekendste is ‘Válka s mloky’
(Oorlog met de salamanders) uit 1936. Jaren hiervoor, in 1924, schreef hij
‘Krakatiet’, waarin een onderzoeker een uiterst explosieve stof ontdekt. Anderen
proberen hem de formule te ontfutselen.
zondag 13 januari 2019
Andrea Wulf – De uitvinder van de natuur
Alexander
von Humboldt (1769-1859) was een bijzondere man en de grootste wetenschapper
van zijn tijd. Andrea Wulf heeft een prachtig boek over hem geschreven. ‘De
uitvinder van de natuur’ is een biografie, maar het geeft ook een beeld van de
stand van wetenschap in zijn tijd. Bovendien besteedt zij veel aandacht aan de
invloed die Von Humboldt had op zijn tijdgenoten en navolgers.
zondag 6 januari 2019
Peter Terrin – Patricia
Patricia is het meest recente boek van de Vlaamse auteur Peter Terrin. Het kreeg alom
lof toegezwaaid. Het is het eerste boek dat ik van hem lees. Ik had hoge
verwachtingen, die niet geheel uitkwamen. Astrid is de hoofdpersoon in het
boek. Zij is een doodgewone moderne vrouw: bijna veertig, drukke baan, één
kind, fijn huis en hardwerkende man. Op een dag gaat het mis. Zij loopt het
huis uit.
woensdag 2 januari 2019
Bohumil Hrabal – Het stadje waar de tijd stil is blijven staan
‘Het stadje
waar de tijd stil is blijven staan’ is een korte roman uit 1973. In deze tijd
worstelde Hrabal met zijn gezondheid. In het nawoord schrijft hij: "Dit
Stadje heb ik in het vroege voorjaar van 1973 geschreven toen zich een ziekte
bij me aangemeld had en ik dwaas genoeg veronderstelde dat enkel en alleen ik
de sleutel tot de verhalen van de twee broers bezat',
Abonneren op:
Posts (Atom)