Vanaf 27 oktober besteedt Bibliotheek Schiedam een
week lang aandacht aan Gerard
Reve. De hommage heeft als titel De Reve Revue. Er is een talkshow, een
literaire wandeling, een filmavond, een tentoonstelling en meer. Speciaal
hiervoor wordt dit boek met herinneringen van stadsbewoners uitgebracht. Gerard
Reve was vanaf half jaren zeventig tot 1993 geregeld in Schiedam. Officieel
woonde hij in deze tijd het Franse dorpje Le Poët-Laval, maar vaak was hij bij
Joop Schafthuizen, die eerst in het Proveniershuis woonde, later in de De Savornin
Lohmanlaan en vanaf 1984 op de Nassaulaan 36.
‘De
Schiedamse jaren’ staat vol interviews met Schiedammers die Reve van dichtbij
hebben gekend, omdat zij in dezelfde straat woonde of omdat zij via Joop in
contact kwamen met Gerard. Hij raakte bevriend met een aantal jeugdvrienden van
Joop, waaronder Paul Beckman, die zelfs zijn teksten te lezen kreeg voordat zij
naar de uitgever gingen.
In het Proveniershuis
woonde in de jaren zeventig veel kunstenaars, waar Joop mee optrok. Gerard had
niet zoveel met kunst, liet zich er nooit over uit, zeker niet over moderne
kunst. Hij moest zien wat het voorstelde. “Reve vond het prettig in het hof van
het Proveniershuis omdat hij daar rustig kon schrijven.” De meeste verhalen in
het boek gaan over zijn tijd in de Nassaulaan.
In de interviews
keren veel dezelfde verhalen terug. De eerste contacten gingen via Joop. Zelfs
wanneer er iemand aan de deur stond voor Gerard, deed eerst Joop de deur open.
Reve was bijna altijd vriendelijk, zat op zijn praatstoel en gaf gasten stapels
gesigneerde boeken mee. Toch stopten de meeste vriendschappen op een bepaald
moment. Soms met enige ruzie, maar meestal omdat na de verhuizing naar België
het contact gewoon verloren ging. Reve was toen al wat ouder en begon te
dementeren. Of de geïnterviewden alle details loslieten valt te betwijfelen.
Reve kon nogal ruzie maken, ook met Joop, die af en toe liet merken het zwaar
te hebben. Reve dronk natuurlijk stug. En hij commandeerde Joop alsof het zijn bediende was.
Reve vond
het prettig dat hij in Schiedam ongestoord zijn gang kon gaan. Op straat werd
hij niet gauw herkend en er stonden geen drommen mensen voor de deur. “Gerard
Reve stond op een keer aan de kassa bij Albert Heijn, begin Lange Nieuwstraat,
toen de kassière tegen hem zei: ‘Ik weet wel wie u bent, hoor! U bent Godfried
Bomans!’ ‘Ja,’ verzuchtte Reve, toen hij dit verhaal aan Goos en mij vertelde,
‘hoe moet je dan verder?’ “
Leuk zijn
die typische Reviaanse eigenaardigheden. Hij bezocht vaak een arts. Niet omdat
hij ziek was, maar omdat het vak hem interesseerde. In Schiedam raakte hij
bevriend met de Theo Moolhuysen, specialist huid- en geslachtsziekten. “Hij
wilde zoveel mogelijk artsen bezoeken en leren kenen. Dat pakte hij slim aan.
Hij schreef een brief en dan was hij altijd welkom. Daarna deed hij hier bij Theo
verslag en besprak zijn ervaringen. Urenlang konden zij praten over
vernauwingen, oprekken, geslachtsziekten en andere medische kwesties. Lange
monologen over seks en mannen.”
In Schiedam
schreef Gerard Reve het onderschatte ‘Bezorgde ouders’. In het boek heeft hij
het vaak over katholieke dieren. Hij nam dit over van de vader van een van de
geïnterviewden. In ‘Bezorgde ouders’ refereert hij hieraan. “‘Maar Hans dus,
die had een vader, toen, een heel vroom man, die jaren en jaren lang, God wist
hoelang, gratis en voor noppes, pro deo heette dat, in de kerk het orgel had
bespeeld. Geheel ongeletterd, die man, en geen boeken of allerlei opruiende
onzin gelezen, maar een heel wijs en een heel vroom man, katholiek dus, met
veel kindertjes... En die had tegen Hans iets gezegd, en Treger herinnerde zich
dat Hans het hem, Treger dus, verteld had, al lang geleden... Want op een dag
was het gesprek bij Hans thuis ook op de katholieke dieren gekomen, en toen had
Hans zijn vader tegen Hans, zijn zoon dus, gezegd: “Je kunt het toch gewoon aan
een dier zien?” Maar of hij nog leefde, die vader, neen, dat wist Treger niet.’
“
Al met al
is ‘De Schiedamse jaren.’ een heel aardig boek geworden. Hoewel er weinig echt
nieuws in staat mag het niet ontbreken in de boekenkast van de ware Reve-liefhebber.
De mooie zwart-wit foto’s in het boek zijn overigens van Klaas Koppe en Vincent
Mentzel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten