zondag 15 september 2013

Sergej T. Aksakov – Een jeugd in Rusland



Tot voor kort had ik nooit van Aksakov gehoord. Ik zal niet de enige zijn. Hij is van de generatie van net voor Lermontov, Poesjkin en Gogol. In deze privé-domein blikt hij terug op zijn jeugd: het idyllische landgoed van zijn ouders, de kostschool, de universiteit, zin vrienden en zijn passies zoals toneelspel en vlinders vangen. Het begin van dit boek is wat saai met een overgevoelige moeder en even labiel zoontje; dus clichématig negentiende-eeuws Russisch. Later wordt het beter, wanneer hij het enthousiasme in zijn studententijd beschrijft. 

Het leuke van dergelijke jeugdherinneringen is dat je leest over alledaagsheden van een wereld die wij niet meer kennen: geen telefoon, geen auto, geen trein. De zomervakantie brengt de jonge leerling Aksakov bij zijn ouders door, een reis van vele dagen in een soort postkoets. In de wintermaanden is deze reis niet eens mogelijk. Het leven lijkt veel trager te verlopen. Het meest afwijkend met onze normen is de omgang met dieren. Aksakov is een groot dierenliefhebber en hevig geïnteresseerd in alles wat met natuur te maken heeft. Niettemin houdt hij erg van jagen en beschrijft hij uitgebreid zijn passie voor vlinders vangen, inclusief de technieken van verdoven (het lijfje hard indrukken), ontleden en opprikken. 

Opmerkelijk is dat er in het hele boek geen druppel wodka wordt gedronken. Slechts eenmaal wordt terloops melding gemaakt van iemand die door alcoholmisbruik in de goot terecht kwam.

Geen opmerkingen: