In de recentste roman van Rob van Essen - Ik kom hier nog op terug - speelt tijdreizen een rol. Het verhaal is meesterlijk opgebouwd en bevat bizarre wendingen. Het tijdreizen, of ruimer gezegd het opgesloten zitten in een bepaald tijdvak, komt geregeld terug in zijn korte verhalen. Een man met goede schoenen is een dikke bundel met twintig verhalen, sommige van enkele pagina’s, andere van tientallen pagina’s. De vreemde sfeer in alle verhalen is onmiskenbaar van Van Essen. Hij lijkt er plezier in te hebben de lezer op het verkeerde been te zetten. Mocht je Een man met goede schoenen willen lezen, er volgen hieronder wat spoilers.
Aan het begin van bijna ieder verhaal geeft de schrijver net te weinig informatie om te begrijpen wat er aan de hand is. Toch is het niet zo vaag dat je als lezer afhaakt. De onduidelijkheid wordt later in een verhaal nooit helemaal opgehelderd, maar toch geeft dit geen onbevredigd gevoel. Zo is er een jongen die in een boekenwinkel woont en op een dag een rijke klant een stapel boeken helpt dragen. Ze nemen de trein, waarvan de coupé veel weg heeft van een huiskamer, en stappen uit bij het grote huis van de koper. De volgende dag gaat de jongen terug met de trein, maar hij blijft opgesloten zitten in een ondergronds station. Samen met vele andere jongens van zijn leeftijd maakt hij dagelijks de treinstellen schoon. Het hoe en waarom wordt niet uitgelegd en aan de boekwinkel wordt verder geen woord vuilgemaakt. In een ander verhaal is de schrijver Rob van Essen uitgenodigd door de zus van Scipio, een oude vriend van hem, waar hij het contact mee is kwijtgeraakt. Hij kent haar niet, maar zij gedraagt zich eigenaardig. Zij sluit hem op in de tienerkamer van Scipio en dwingt hem om verhalen over haar broer te vertellen. De volgende dag wordt hij wakker in het bed van zijn oude vriend. De zus is verdwenen en hij kan de kamer uit. Hij vraagt zich net als de lezer af wat er is gebeurd.
Het thema opgesloten zitten werkt Van Essen prachtig uit in een kort verhaal waarbij een man een huis uitloopt maar denkt dat hij een huis binnengaat. De verteller leidt hem rond, de man spreekt vol bewondering over zijn ruime woning en verbaast zich erover dat hij een café in zijn huis heeft. Op een gegeven moment wil hij weer naar buiten en dan beginnen de problemen. Kenmerkend voor dit verhaal is dat de hoofdpersoon iets overkomt - hij ontmoet een man die denkt dat hij in zijn huis is - maar zich daar niet tegen verzet. Hij beweegt net als andere personages mee met vreemde, soms krankzinnige situaties. Als lezer ga je daardoor ook meer mee in het vreemde universum van Van Essen. Hij gebruikt dit ook in een van de mooiste verhalen, ‘De lastigste logeé sinds tijden’, waarin tijdreizen een rol speelt. Een jong stel wordt bezocht door iemand uit de toekomst, althans dat beweert uiteindelijk de jongeman die op een dag voor hun deur staat en die zij liefdevol opnemen in hun huis. Hij krijgt te eten, ze kijken samen films en hij blijft slapen. Dat hij iedere nacht slaapwandelt en met een tamboerijn herrie maakt op de gang vindt het stel niet eens zo abnormaal. Ze vragen zich wel af waar hij het muziekinstrument vandaan heeft. Hij had slechts een kleine tas bij zich waar het nauwelijks in had gepast.
Een ander bijzonder sterk verhaal uit de bundel ‘Nu is het diep genoeg’ heeft weer enigszins met opsluiting te maken en kent een hoofdpersoon met een obsessie, iets wat vaker voorkomt in de verhalen van Van Essen. Een jongeman gaat samenwonen met zijn vriendin. Zij vindt dat hij te veel tijd doorbrengt op het balkon. De man wordt namelijk sterk aangetrokken tot de benedenbuurman die in de tuin zijn oude hondje uitlaat. De buurman heeft een getatoeëerd oog op zijn achterhoofd en de jongeman probeert eindeloos de blik hiervan te vangen. Het einde van het verhaal is bevreemdend. Een man met goede schoenen is een uitstekende bundel, waarvan het enige nadeel is dat ik de verhalen te snel achter elkaar las. De personages en gebeurtenissen begonnen in mijn hoofd door elkaar te lopen. Een echt nadeel is dat ook weer niet.
1 opmerking:
Deze bundel vond ik goed en 'Hier wonen ook mensen' briljant. Maar in 'De goede zoon' ben ik gestrand, terwijl dat juist een literaire prijs won (als ik het mij goed herinner). Kwestie van smaak of is deze schrijver beter in korte verhalen dan in romans, terwijl veel Nederlanders korte verhalen helaas links laten liggen en een verhalenbundel daarom minder snel een prijs wint?
Een reactie posten