zondag 14 april 2019

Peter Buwalda - Bonita Avenue


Voordat ik zou beginnen aan Otmars zonen, de alom geprezen tweede roman van Buwalda, leek het mij een goed idee om eindelijk Bonita Avenue te lezen. Het was er nooit van gekomen. Eenmaal hoorde ik Buwalda eruit voorlezen. Daar knapte ik nogal op af. Vorige week zette ik mij over mijn vooroordelen heen. Ik heb er geen spijt van. Bonita Avenue leest als een trein. Het verhaal zit goed in elkaar en het heeft spanning. Het is een mooi boek, maar geen meesterwerk.

Het verhaal draait om drie hoofdpersonages, die in de eerste alinea al worden genoemd. Siem Sigerius is een groot wiskundige. Hij is rector aan de Twentse universiteit. Samen met zijn vrouw Tineke woont hij in een woonboerderij in Enschede. Joni is hun dochter, hoewel Siem niet de biologische vader is. Joni is knap, intelligent en daadkrachtig. Op de eerste pagina – het is 1996 - stelt zij haar nieuwe vriend voor aan haar ouders, Aaron. Siem was een groot judokakampioen. Aaron judoot ook. Samen zullen zij veel tijd doorbrengen op de mat.

Meteen op deze eerste pagina laat Buwalda zien waar hij goed in is. De drie karakters Siem, Joni en Aaron weet hij in een paar korte streken uitstekend neer te zetten. Ze zitten meteen goed in het hoofd van de lezer. Later volgen er vele andere personages, allemaal met hun eigen verhaal. Buwalda plakt deze verhalen moeiteloos in het grotere geheel. Dit is extra knap omdat hij in elke van 21 hoofdstukken meerdere keren de tijd laat verspringen. Een kleine aanleiding, op deze eerste pagina een foto die Aaron ooit maakte van Siem, leidt naar de tijd waarin de foto is genomen. 

De tientallen tijdsprongen in het boek zijn nergens hinderlijk. Je pakt de draad snel weer op, zonder dat Buwalde nadrukkelijk laat weten in welke tijdvak we zijn beland. Het verhaal houdt bovendien overal hetzelfde snelle tempo. Dit is een voordeel voor de leesvaardigheid, maar het ontbreken van rust en reflectie vond ik op den duur  een gemis. Ik moest tijdens het lezen vaak denken aan het werk van A.F.Th. van de Heijden. Het grote verschil is dat A.F.Th. van de Heijden wel passages inbouwt waarin het verhaal stil ligt en waarin de personages nadenken, niet alleen over hun eigen situatie, maar ook over de wereld waarin zij verkeren.

Het verhaal van Bonita Avenue is te complex om kort samen te vatten. Een hoofdlijn is ‘een business’ die Joni en Aaron opzetten, waar zij veel geld mee verdienen en die ontdekt wordt door Siem. Een andere lijn draait om Wilbert, de zoon uit een eerder huwelijk van Siem. Wilbert is onaangepast en crimineel. De vader wil niets meer met hem te maken hebben. De vuurwerkramp in Enschede speelt een cruciale rol in de levens van de karakters. Het grote thema in ‘Bonita Avenue’ is afkomst en in het reine komen met beslissingen uit het verleden. Van de personages in het boek krijgen we niet voor niets hun jeugd uitvoerig te lezen. De problemen waar zij mee worstelen leiden vaak tot de vraag of het mogelijk is een geheel nieuw leven op te bouwen. Zowel Siem, Joni als Aaron verhuizen een of meerdere malen op opnieuw te beginnen en de spoken uit het verleden achter zich te laten.

Daarnaast is Bonita Avenue gewoon een heel spannend verhaal. Buwalda geeft ons voortdurend net voldoende informatie om nieuwsgierig te blijven. Je hebt steeds het gevoel dat er iets ontbreekt. Dit effect wordt versterkt door het verspringen in de tijd. De personages in het boek lijken de verhaallijnen soms ook niet meer te kunnen volgen. Zij vragen zich af wie er met wie over wat gesproken heeft en wat zij überhaupt van elkaar weten. “Wat had er gespeeld? Waar maakte Sigerius zich zo druk over? Waarom had ze hem de clou onthouden?” Vooral die laatste zin is kenmerkend. De personages tasten in het duister over de beweegreden van de ander en zijn bang dat zij iets gemist hebben. Buwalda weet dit goed over te brengen op de lezer.

Buwalda staat bekend om zijn vele vergelijkingen. Hij doet dit terloops zonder zijn beelden breed uit te meten. Maar als je erop gaat letten lees je ze op iedere pagina. Soms zijn ze sterk, zoals, ‘hij bloedt als tartaar’, ‘haar oren liggen als rubberboten op de keukenvloer’, ‘de dromen pikten hem met scherpe snavels’ of ‘ik werd klein als een eekhoorn (bij het binnengaan van een grote ruimte). Soms zijn ze vergezocht of over gedramatiseerd, zoals: ‘ik blies mijzelf op als een zeppelin van zelfverwijt’ of ‘de nacht strekte zich uit als een pijnbank van tijd’. Hilarisch is de ranzige zin: “Haar schoongeboende anus opende zich als een apenmondje.” 

Het is opmerkelijk hoe weinig Buwalda heel laat van zijn personages. In het begin kun je nog wel enige sympathie opbrengen voor hen, ongeacht de nare details waar Buwalda met graagte over schrijft. In de loop van het boek concludeer je dat het eigenlijk allemaal nogal onsmakelijke mensen zijn. Hun ondergang zie je gebeuren, maar het raakt je niet echt meer.

Bonita Avenue is een prachtig verhalend boek. Er zijn weinig schrijvers die zo goed een verhaal kunnen opzetten en uitwerken. Uit de karakters die hij neerzet kun je gevolg trekken dat zijn mensbeeld weinig positief is. Je vereenzelvigen met Siem, Joni of Aaron lukte mij totaal niet. Tot slot, wat opvallend ontbreekt in dit boek zijn beschouwingen, zoals je die leest in bijvoorbeeld het werk van Ilja Leonard Pfeijffer, David Vann of Michel Houllebecq, auteurs waarvan ik onlangs iets gelezen heb.

Geen opmerkingen: