Ik zit
weleens vast in een boek en vraag mij dan af: doorgaan of stoppen? Meestal leg
ik het boek even weg en begin ik in een ander boek. Willem Elsschot is dan
altijd een goede greep. Zijn werk verveelt nooit. ‘Pensioen’ is een korte roman
uit 1937. In het verhaal staat de schoonmoeder van Laarmans centraal. Menno ter
Braak schreef over ‘dat heele pak moederliefde’: “De bladzijden, die aan deze
figuur gewijd zijn., behooren tot de allerbeste van Elsschots werk en geven er
een tragisch karakter aan.”
Tijdens de
grote oorlog wordt zoon Willem opgeroepen om te dienen. Hij wordt door de
Duitsers gevangen genomen. Moeder werpt zich in de strijd en zendt hem vele
voedselpakketten. Willem heeft een meisje, Bertha. Zij is net bevallen van een
zoontje, Alfred. Bertha en Willem zijn niet getrouwd. Naar aantal pakketten gemeten is de moederliefde groter
dan de liefde van Bertha voor Willem.
Er is
militiegeld beschikbaar voor het kind, mits het joch erkend wordt. Laarmans
wordt door Bertha in vertrouwen genomen en de zaak wordt geregeld. Moeder is
hier niet blij mee en zet alles op alles om haar deel te krijgen. Later
overlijdt Willem. Moeder loopt met nog
meer energie de instanties af om ‘haar’ pensioen te bemachtigen. De broers en
zussen, de zogenaamde ‘Grooten Raad’ komt als het nodig is bij elkaar en
bespreekt de situatie. Men heeft vooral voor ogen dat het geld dat zij ontvangt
ooit bij hen terecht zal komen. De verwikkelingen leiden aan het eind van het
liedje tot een nederlaag voor de familie en een overwinning voor de volwassen
zoon.
Elsschot
beschrijft de moeder en de liefde voor haar zoon op grandioze wijze. Zij gaat
door roeien en ruiten om haar doel te bereiken, onstuitbaar. “Moeder is al een
tijdlang, als een mol, een nieuwe pijp aan ’t graven, maar waar die heen moet
voeren begrijp ik nog niet. Als zij zoo dikwijls naar ’t gemeentehuis loopt dan
is er gewoonlijk iets op til.”
Hij lijkt
haar in het boek belachelijk te maken, maar het portret is ook liefdevol. Na een beroerte woont zij enige tijd bij hen in. “Wanneer ik uit
hengelen ga en voor dag en dauw beneden kom, dan ontwaar ik in de nachtelijke huiskamer
een gedaante die spartelt in een warreling van ondergoed waar zij zonder hulp
haren romp probeert in te krijgen.”
Elsschot
gaf toe dat het hele verhaal waar gebeurd was. Hij vreesde niet voor de reacties
van familieleden, want deze zijn toch allen analfabeet. ‘Pensioen’ is zo’n
boek waar op elke pagina de meeste prachtige zinnen zijn te lezen. Tot slot een
citaat over het beroep van het zoontje. “Alfred heeft het waarachtig tot kok
gebracht en komt nu wel eens een demonstratie geven. … Een harig konijn, zooals
het uit zijn pijp komt, wordt door dien snaak in een oogwenk omgetooverd in een
rooden paljas die snakt naar den oven.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten