vrijdag 28 december 2018

Willem Elsschot – Pensioen


Ik zit weleens vast in een boek en vraag mij dan af: doorgaan of stoppen? Meestal leg ik het boek even weg en begin ik in een ander boek. Willem Elsschot is dan altijd een goede greep. Zijn werk verveelt nooit. ‘Pensioen’ is een korte roman uit 1937. In het verhaal staat de schoonmoeder van Laarmans centraal. Menno ter Braak schreef over ‘dat heele pak moederliefde’: “De bladzijden, die aan deze figuur gewijd zijn., behooren tot de allerbeste van Elsschots werk en geven er een tragisch karakter aan.”

Tijdens de grote oorlog wordt zoon Willem opgeroepen om te dienen. Hij wordt door de Duitsers gevangen genomen. Moeder werpt zich in de strijd en zendt hem vele voedselpakketten. Willem heeft een meisje, Bertha. Zij is net bevallen van een zoontje, Alfred. Bertha en Willem zijn niet getrouwd. Naar aantal pakketten gemeten is de moederliefde groter dan de liefde van Bertha voor Willem.

Er is militiegeld beschikbaar voor het kind, mits het joch erkend wordt. Laarmans wordt door Bertha in vertrouwen genomen en de zaak wordt geregeld. Moeder is hier niet blij mee en zet alles op alles om haar deel te krijgen. Later overlijdt Willem. Moeder loopt met nog meer energie de instanties af om ‘haar’ pensioen te bemachtigen. De broers en zussen, de zogenaamde ‘Grooten Raad’ komt als het nodig is bij elkaar en bespreekt de situatie. Men heeft vooral voor ogen dat het geld dat zij ontvangt ooit bij hen terecht zal komen. De verwikkelingen leiden aan het eind van het liedje tot een nederlaag voor de familie en een overwinning voor de volwassen zoon.

Elsschot beschrijft de moeder en de liefde voor haar zoon op grandioze wijze. Zij gaat door roeien en ruiten om haar doel te bereiken, onstuitbaar. “Moeder is al een tijdlang, als een mol, een nieuwe pijp aan ’t graven, maar waar die heen moet voeren begrijp ik nog niet. Als zij zoo dikwijls naar ’t gemeentehuis loopt dan is er gewoonlijk iets op til.”

Hij lijkt haar in het boek belachelijk te maken, maar het portret is ook liefdevol. Na een beroerte woont zij enige tijd bij hen in. “Wanneer ik uit hengelen ga en voor dag en dauw beneden kom, dan ontwaar ik in de nachtelijke huiskamer een gedaante die spartelt in een warreling van ondergoed waar zij zonder hulp haren romp probeert in te krijgen.”

Elsschot gaf toe dat het hele verhaal waar gebeurd was. Hij vreesde niet voor de reacties van familieleden, want deze zijn toch allen analfabeet. ‘Pensioen’ is zo’n boek waar op elke pagina de meeste prachtige zinnen zijn te lezen. Tot slot een citaat over het beroep van het zoontje. “Alfred heeft het waarachtig tot kok gebracht en komt nu wel eens een demonstratie geven. … Een harig konijn, zooals het uit zijn pijp komt, wordt door dien snaak in een oogwenk omgetooverd in een rooden paljas die snakt naar den oven.”

Geen opmerkingen: