woensdag 9 april 2025

Judith Visser – Zondagskracht


 

Na Zondagskind en Zondagsleven verscheen onlangs het derde deel over het leven van Jasmijn Vink, het alter ego van Judith Visser, dat net als zij autisme heeft en daarom streeft naar rust en structuur. Het eerste deel draaide om de kindertijd van Jasmijn, het tweede ging vooral over werk, zelfstandig wonen en het hebben van een relatie door de ogen van iemand met autisme. In Zondagskracht is Jasmijn een bekende auteur en woont zij met haar vriend in een dorp dicht bij de zee. De onderwerpen die haar leven opschudden zijn de dood van haar moeder, haar worsteling met een nieuwe uitgever, het je staande houden tijdens de coronapandemie en het uitbreiden van de roedel met nieuwe honden. De rode draad in het boek is de zoektocht naar een evenwichtig leven, zonder al te veel prikkels, maar wel rekening houdend met de mensen om haar heen; iets wat geregeld schuldgevoelens oproept. In het chronologisch vertelde verhaal weet Judith Visser al deze onderwerpen prachtig in elkaar te schuiven tot één doortimmerd geheel.


Naast de echte Jasmijn bedenkt Jasmijn een niet-autistisch alter ego, Normale Jasmijn. Ze kijkt aan het begin van het boek op haar telefoon naar beelden van het Boekenbal: de vreugdevolle gezichten, de volle dinertafels en de leuke auteurs. Ze voelt de opluchting er niet bij te hoeven zijn, ‘al die drukte is een open uitnodiging voor migraine.’ Maar Normale Jasmijn zou er graag heengaan, zich opmaken, lachend aanschuiven aan de tafel en foto’s delen. Hoewel Jasmijn blij is veilig thuis te zitten met haar wolfhond Puri dicht in de buurt, sluipt er ook wat twijfel binnen: zou ze ook ooit een leuke auteur kunnen zijn? 

 

Later in het verhaal – ze heeft een nieuwe uitgeverij gevonden – besluit ze toch een keer de uitnodiging voor het bal te accepteren, haar man Nick gaat mee. Al snel raakt ze overprikkeld, ‘de drukkende nabijheid van honderden lichamen’ wordt haar te veel. Toch houdt ze vol, drinkt een glas vruchtensap en praat zelfs kort vrolijk mee met haar nieuwe redacteur, totdat ze echt weg moet. De volgende dag is ze tevreden met zichzelf; ze is geweest en ze was een leuke auteur. Haar redacteur is minder blij, ze mailt om te zeggen dat ze verbaast is dat Jasmijn om kwart voor elf weg ging. Er zijn maar een beperkt aantal kaarten en andere auteurs moest zij teleurstellen. Een volgende keer moet zij hier rekening mee houden, maar Jasmijn weet dat het eens maar nooit meer was.

 

Met deze nieuwe uitgeverij, waar zij heen ging toen haar vaste redacteur voor langere tijd naar het buitenland vertrok, loopt het vanaf het begin niet lekker. Er zijn personeelswisselingen en hoewel er steeds wordt geroepen dat haar boek een succes gaat worden – ze krijgt ook een flink voorschot - is er nauwelijks aandacht voor hoe zij is en hoe zij leeft. Wanneer Jasmijn Puri meeneemt naar een overleg, wordt de hond geheel genegeerd. Het boek dat zij schrijft is een zeer persoonlijk verhaal over de dood van haar moeder, maar steun en complimenten voor haar werk blijven uit. Kennelijk hebben ze haar vorige boeken niet gelezen en weten ze niets over haar autisme en haar band met Puri af. Heel mooi laat Visser hier zien hoe lomp commerciële uitgevers soms omgaan met hun auteurs: de loze marketingpraatjes zijn niet van de lucht.

 

In de scènes met deze redacteuren is goed te lezen hoe Jasmijn worstelt met wat je de buitenwereld kunt noemen. Er is onwetendheid over hoe zij functioneert en wat voor haar belangrijk is om te kunnen functioneren, zoals de steun van Puri. Tegelijkertijd doet Jasmijn haar uiterste best om ook in die buitenwereld te kunnen functioneren, maar weet ze eigenlijk al dat dit nooit zal lukken op de manier waarop andere mensen zich hierin bewegen. Dat haar boek gaat over een kwetsbaar onderwerp, haar moeder, maakt het extra pijnlijk. Even schrijnend is het om te lezen dat Jasmijn zo graag iets zou willen doen voor haar vader. Wanneer hij gaat verhuizen omdat zelfstandig wonen in de flat in Pendrecht niet meer gaat, helpen haar broer en schoonzus hem vanzelfsprekend met opruimen en klussen. Jasmijn wil heel graag haar steentje bijdragen, maar moet tot haar spijt na enige tijd toch opgeven. De chaos en de herrie zijn gewoon te veel voor haar.

 

Tijdens de coronapandemie is het advies om sociale contacten zoveel mogelijk te vermijden, iets wat Jasmijn al gewoon is. Je zou denken dat het een makkelijke tijd voor haar zou zijn, maar alle optredens worden afgezegd en de herrie komt ook haar huis binnen. Nick heeft een muziekinstrumentenwinkel, maar moet deze sluiten. Hij geeft muzieklessen en doet dit nu online vanuit huis. Hoe stil Nick ook doet en hoe zorgzaam hij is, voor Jasmijn is het gewoon teveel. In Zondagskracht beschrijft Visser dit gevoel van een teveel op verschillende manieren: als een emmer die overloopt, bliksemschichten, een muur van geluid of een letterlijke oververhitting. Ze heeft haar leven autismeproof ingericht - een rustige omgeving, natuur, regelmaat en zekerheden - maar ze stelt vast dat zijzelf beslist niet autismeproof is. Een onverwachts bezoek van haar broer brengt haar bijvoorbeeld al uit balans.

 

Hoewel deze onderwerpen soms een zware lading hebben is Zondagskracht tegelijkertijd een optimistisch boek. Voor een aantal problemen wordt een oplossing gevonden, mede met hulp van Nick en door de warme band die Jasmijn heeft met haar honden. Ze krijgt er een pup bij en ontroerend schrijft Visser over de opvoeding van deze pup en over hoe Jasmijn via haar honden toch iets van sociale contacten krijgt met andere hondenbezitters. 

 

Zondagskracht is na de twee eerdere delen een logisch sluitstuk. In het nawoord gaat Judith Visser in op een aantal vragen die haar vaak gesteld worden en geeft ze een aantal redenen waarom zij dit boek moest schrijven. Een ervan is dat er een stuk verscheen in Trouw waarin beweerd werd dat zij geen autisme heeft omdat ze zelfstandig woont, schrijft en een relatie heeft, terwijl de twee auteurs haar nooit gesproken hadden en haar boeken niet hadden gelezen. Voor deze mensen zou ik het vooral aanraden om in Zondagskracht te lezen hoe zwaar het is voor iemand met autisme om zich staande te houden in een wereld waarin aanhoudend prikkels op je afgevuurd worden en hoe moedig het is om onder deze omstandigheden een boek te schrijven, je bijvoorbeeld te moeten verdedigen tegenover een redacteur die in een café wil vergaderen of een tegenover een kennis die gezellig een kopje koffie wil komen drinken. Het leven van iemand met autisme is misschien complex, maar niet-autisten kunnen zich erin verdiepen door dit boek te lezen, waarin Judith Visser grote persoonlijke gebeurtenissen als de dood van een moeder, de worsteling van een schrijver, omgang met een onbetrouwbare uitgever en de gevolgen van de Coronapandemie laat beleven vanuit iemand met autisme.

1 opmerking:

Erik Scheffers zei

Hoi Alek, een mooie bespreking! Lijkt mij een interessant boek. Groetjes, Erik