dinsdag 24 september 2013

Willem Frederik Hermans – De zegelring


Jaren terug kocht ik de pocket waarin Hermans’ Vier Novellen uit de jaren 80 zijn gebundeld. Van de inhoud van deze novellen kon ik mij weinig meer herinneren. Er wordt beweerd dat zij behoren tot het mindere werk van Hermans. Toch vond ik het leuk om voor bijna geen geld deze novelle los te kopen in de onvolprezen boekwinkel Delfshaven.


'De zegelring' speelt zich af in een typisch Hermans-universum: moedwil en misverstand. De personages hopen op van alles en krijgen niets. Jasper wil niet zoals zijn vader zijn leven slijten als klerk op een notariskantoor. Hij heeft als droom een fiets te bouwen waarmee hij ongelooflijke snelheden kan bereiken. Helaas, Jasper raakt verwond tijdens de Duitse inval en verliest zijn rechterbeen. Later volgt hij zijn vader op als klerk. De vader schonk hem vlak voor zijn dood een ring, met het vage verhaal dat zijn voorouders van adel zouden zijn. Jasper vindt de ring een prul en bergt hem op in een kistje.

Aan het eind van de oorlog beleeft Jasper een avontuur: een bombardement waarbij een aantal Duitse soldaten omkomt. Een van hen heeft een prachtige zegelring om. Jasper pikt deze in en ruilt hem om met het prul. Als Jasper op jonge leeftijd op sterven ligt schenkt hij zij zoon deze zegelring met het verhaal van de adellijke afkomst, maar hij krijgt spijt van het leugenachtige verhaal. Te laat, meer dan via de pastoor een waarschuwing doorgeven dat de ring ongeluk brengt komt hij niet. Witte, de zoon van Jasper krijgt later op zijn beurt een ongeval en verliest een arm. De zegelring is geplet, maar een ziekenzuster herkent de ring als die van haar vader, die door de Duitsers is vermoord tijdens de oorlog. De stokoude pastoor heeft inmiddels Witte  over de herkomst van de ring verteld.

Het mooie is dat hij het verhaal half onthouden en/of verdraaid heeft, zoals in de hele novelle voortdurend de ‘waarheid’ over de ring verkeerd begrepen of met opzet wordt aangepast. Zoals vaker handelen de personages (of mensen in het algemeen) ofwel uit domheid ofwel uit slechtheid. Hermans is weleens gevraagd wat hij erger vindt: domme mensen of slechte mensen. Hij antwoordde: “domme mensen zijn slechte mensen”. De zegelring  is een typisch Hermansverhaal. De ziekenzuster blijft tenslotte evengoed met raadsels zitten. Was de vader van Witte de moordenaar van haar vader… Zij zal het nooit weten.

Geen opmerkingen: