Over het onderwerp freaks (of menselijke curiositeiten)
bestaan verschillende genres boeken. Ten eerste zijn er de medische boeken,
zoals het honderd jaar oude standaardwerk van Gould en Pyle Anomalies and curiosities
of medicine of het recentere Mutanten van Armand Leroi. Ten tweede zijn er
boeken die meer de geschiedenis en bijvoorbeeld de sociale afwijzing of
acceptatie behandelen: het
tentoonstellen van mensen, de geschiedenis van het circus, e.d. komen
dan aan bod. Een prachtig boek in dit genre is Freak show van Robert Bogdan en
verder het werk van Jan Bondeson. Ten derde is er de al dan niet collectieve
(auto)biografie. Vervolgens heb je de fotoboeken: Freaks van Akimitsu Naruyama
is prachtig en tweedehands ruim verkrijgbaar. En tot slot, een genre dat verwant
is aan de laatste twee: de parade van gekke gevallen: de reuzen, dwergen, Siamese
tweelingen worden stuk voor stuk behandeld, soms als een wetenschappelijk
bedoeld naslagwerk en vaak met matig gereproduceerde foto’s . Of de historische
verhalen kloppen doet weinig ter zake, het gaat om het effect.
Zelf vind ik de eerste twee genres het meest interessant.
Vooral boeiend is de dubbele leugen die er vaak in de verhalen zit: om in hun
broodwinning te voorzien moest de afwijking overdreven worden. En diegene die
de verhalen optekende voegde er vaak nog het een en ander aan toe. Een
uitdaging voor de historicus om achter het ‘echte verhaal’ te komen en de mythes
af te breken. In Human curiosities van Colin Clair uit 1968 worden weinig mythes
afgebroken. Het is opsomming van verhalen over vooral reuzen en dwergen. Interessant
is dat hij soms wel verder kijkt en het beeld beschrijft hoe men tegen reuzen
aankeek in literatuur, filosofie, toneel etc. Hij citeert flink. Nieuw voor mij
was het verhaal dat er lange tijd gedacht werd dat mensen steeds kleiner
werden: Adam en Eva zouden meterslange reuzen zijn, maar in de loop van de
(Bijbelse) geschiedenis zijn we gekrompen. Botten van Dinosauriërs werden
daarom toegeschreven aan reusachtige mensen.
Dwergen waren tot aan de negentiende eeuw populair als speeltjes
aan de Europese hoven en maakten vaak een tour langs de verschillende
vorstenhuizen. Leuk is dat Clair diverse keren aangeeft dat met name dwergen
vaak zo goed in talen zijn. Dit lijkt me een moderne mythe en vergelijkbaar met
beweringen over de hoogte van de opleiding als er een miss America wordt
geïntroduceerd.
Duidelijk is dat Colin Clair oog heeft voor het bizarre. Hij
beschrijft uitgebreid de gewoonte op overleden reuzen en dwergen te ontvoeren
om tentoon te stellen of voor anatomische doeleinden. Soms verkocht iemand
tijdens zijn leven alvast zijn lichaam.
In de laatste hoofdstukken gaat hij in op veelvraten,
krachtpatsers, zeer oud geworden mensen en rekenwonders. In 1893 is er in San
Francisco nog een kooigevecht georganiseerd tussen Sandow the Superb en een
leeuw. Van de leeuw waren de nagels en tanden ingebonden. Sandow wilde eerst
oefenen en vloerde de leeuw . Tijdens het echte gevecht durfde de leeuw niets
meer en hield afstand: het publiek boos natuurlijk. De rekenwonders konden
meestal niet rondkomen van alleen zich tentoonstellen en stierven soms in
armoede. Je lichaam voortijdig verkopen, daar was geen belangstelling voor. Al met al een aardig boek, maar niet het beste in het genre.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten