Strindberg staat bekend als vrouwenhater, ook op wikipedia
wordt dit braaf vermeld. De laatste tijd heb ik wat boeken van hem gelezen en
ik kan nergens een bevestiging hiervan vinden. Waarschijnlijk is dit een cliché
dat iemand ooit heeft geroepen, anderen zeggen dat dan na. In Verslag van twee
huwelijken zijn de brieven van Strindberg aan zijn eerste en aan zijn derde
vrouw verzameld. De achterflap vermeldt dat zijn eerste huwelijk ontaardt in
een inferno van getreiter. Dat lijkt me verkooppraat. Mijn indruk is juist dat
Strindberg heel redelijk communiceert. Natuurlijk zijn er wat conflicten en
geheimzinnigheden - Strindberg ontmoet zijn eerste vrouw als deze nog getrouwd
is - maar de meeste brieven gaan over verliefdheden en over praktisch zaken.
Strindberg schrijft juist het best als hij in de greep is
van de gekte. Zijn dagboek Inferno is fantastisch en ook zijn
jeugdherinneringen in bijvoorbeeld de zoon van een dienstbode zijn geweldig. In
deze huwelijksbrieven vind ik hem een stuk minder goed, saai zelfs. Wanneer het
minder gaat in zijn eerste huwelijk gaan veel brieven over geld en andere
zorgen. Strindberg toont zich erg zakelijk. Dit komt de stijl niet ten goede.
De brieven aan zijn derde vrouw, de veel jongere
toneelspeelster Harriet Bosse, zijn wat beter. Hier ook de nodige verliefdheid
en vooral zorg of het wel goed met haar gaat. Opmerkelijk is dat Strindberg,
wanneer ze al gescheiden zijn, veel voor hun kind zorgt en voortdurend meldt
dat het kind haar mist. Hij waarschuwt haar voor plaatsen waar zij heen gaat.
In Denemarken moet je enorm oppassen. Wenen, ga er niet heen: “Er wordt daar
alleen maar gewalst.” Op zulke momenten komt er (gelukkig voor de lezer) iets van zijn gektes weer boven.
Strindberg ziet regelmatig dat de mensen in zijn omgeving in een geheim bondgenootschap samenspannen tegen hem. Over zijn Inferno eind jaren 90 schrijft hij: “als ik al geestesziek ben geweest, dan had dat oorzaken die geheel buiten mij om gingen.” Mooi is een brief waar hij uitvoerig ingaat op insecten die hij aantreft in bed en die daar niet zomaar kunnen zijn ingekropen. Hij vertelt dan over andere gebeurtenissen in zijn leven waar insecten een rol speelden en ziet een onheilspellende samenhang, een dreigend onheil. Hij gelooft op zulke momenten in occulte krachten.
Strindberg ziet regelmatig dat de mensen in zijn omgeving in een geheim bondgenootschap samenspannen tegen hem. Over zijn Inferno eind jaren 90 schrijft hij: “als ik al geestesziek ben geweest, dan had dat oorzaken die geheel buiten mij om gingen.” Mooi is een brief waar hij uitvoerig ingaat op insecten die hij aantreft in bed en die daar niet zomaar kunnen zijn ingekropen. Hij vertelt dan over andere gebeurtenissen in zijn leven waar insecten een rol speelden en ziet een onheilspellende samenhang, een dreigend onheil. Hij gelooft op zulke momenten in occulte krachten.
Hoewel in de brieven ook het dreigen met zelfmoord en het
klagen over eenzaamheid aan bod komen zijn de belangrijkste onderwerpen de
dagelijkse zorg voor zijn huis, zijn kind, het werk en de geliefden. Gedronken
wordt er niet veel. Strindberg is natuurlijk wel een liefhebber van absint: “Op
de absint-etiket staat een Zwitsers kruis – het kan niet beter.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten