Je hebt dikke boeken, Duitse boeken en dikke Duitse boeken.
Karl Schlögel schrijft boeken in de derde categorie. Meer dan een jaar geleden
was ik in 'Terror und Traum' begonnen, heb het meerdere malen laten liggen,
ondertussen verscheen er een Nederlandse vertaling, maar onlangs kreeg ik het
uitgelezen. 'Terror und Traum' is een
fantastisch boek. Het gaat over één jaar van Stalins schrikbewind. Dit jaar
beschrijft Schlögel uiterst
gedetailleerd. En hij houdt van eindeloze opsommingen. Hij geeft een soort
dwarsdoorsnede van de Sovjet-samenleving van 1937 en bekijkt deze vanuit
verrassende gezichtspunten.
Schlögel beschrijft het dagelijks leven (erbarmelijke
leefomstandigheden), de industrie (bijvoorbeeld de trek vanuit het platteland
naar de fabrieken), landbouw, natuurlijk de partijcongressen en belangrijke
kopstukken uit de partij. Uiteraard gebruikt Schlögel veelvuldig de NKVD-archieven.
Hoofdstukken gaan over literatuur (bijvoorbeeld aan de hand van Bulgakovs roman
De meester en Margerita), architectuur, de bouw van het Wolga-kanaal,
pretparken, tentoonstellingen, de Russische filmindustrie, etc.
Bijzonder is dat hij pagina’s lang stilstaat bij het
telefoonboek van Moskou; er volgt een heel hoofdstuk over demografie. Hij
beschrijft uitgebreid een geologencongres. Hij besteedt aandacht aan Amerikanen
die de SU bezochten, maar ook Sovjet-burgers die een bezoek aan Amerika
brachten. Kortom, in dit boek komen de economische, de politieke, de culturele
geschiedenis, etc. etc. samen. De vraag of Jazz een Westerse bourgeois-uiting
is of dat er een Sovjet-Jazz bestaat, volgt op een hoofdstuk waarin Schlögel de ‘democratiseringscampagne’ in
fabrieken beschrijft als zuiveringsinstrumenten, waarbij naar willekeur mensen
werden aangegeven en omgebracht. Veel lezers zullen terugdeinzen voor deze
afwisseling van onderwerpen en de enorme hoeveelheid informatie, ik vind het
geweldig. Het geven van een samenvatting is echter niet makkelijk.
Ik wil daarom, zonder met veel namen te strooien de opbouw
van het boek wat toelichten. In de eerste driekwart van het boek behandelt Schlögel
de vele onderwerpen, bijvoorbeeld het 17de internationale geologencongres. Hij
geeft de belangrijkste onderwerpen van dit congres, de rol van geologen in de
SU en wat de plaats van geologie binnen de Sovjet-ideologie is. De conclusie is
dat de meeste geologen uitermate verdacht waren. Schlögel begint een opsomming
van geologen en geeft aan wie hoe wanneer is verbannen of gedood. De lijst is
eindeloos en steeds verbaas je je over de waanzinnige Sovjet-logica. Iedereen
is verdacht, overal zijn samenzweringen aan de gang en een ongeluk gebeurt
nooit zomaar, maar duidt op sabotage. Een verdediging die naar feiten verwijst
heeft geen enkel effect. Het feit dat er geen bewijzen zijn, bewijst bijvoorbeeld
hoe geraffineerd de samenzwering is. Op
de grote showprocessen bekennen de verdachten de meest idiote dingen, die soms
feitelijk niet eens kunnen. Hele netwerken van Duitse spionnen, Trotskisten,
e.d. die jarenlang in het geheim sabotage pleegden worden geopenbaard, tot aan
het hoogste niveau. Het verraad is overal. Ontsnappen door zelfmoord wordt niet
alleen als laf gezien, het is de opperste vorm van verraad.
Paranoia, ziekelijk absurdisme en grootheidswaan kenmerken de
SU in 1937. Een mooi voorbeeld is te lezen in het hoofdstuk over de
volkstelling uit 1937. 1 miljoen tellers trekken er in januari op uit om de
hele bevolking in kaart te brengen. De beste wiskundige en statistici worden
erbij betrokken. Stalins beeld (wens, bevel?) was dat de Sovjet-bevolking flink
was gegroeid. De aantallen bleken lager dan verwacht, waarop Stalin besloot de
directeuren, wetenschappers en alle verantwoordelijken naar kampen af te voeren
of dood te schieten. Het absurde is dat door juist zijn beleid de bevolking geslonken
was.
Dergelijk absurdisme tref je aan in alle lage van de SU.
Een tentoonstelling wordt afgelast, want ingehaald door de werkelijkheid. De
kunstenaars bleken namelijk al voor de opening opgepakt en afgevoerd. Een
bizarre paradox in deze jaren is dat westerse communisten die naar de SU vluchtten
in grote aantallen werden omgebracht. In Westerse gevangenissen bleven de meeste
gewoon in leven. Vluchtelingen waren sowieso bij voorbaat al verdacht.
Veel was verdacht in de SU. Er bestond geen stadsplattegrond
van Moskou in 1937. Plattegronden waren staatsgeheim. Diverse alpinisten en
geologen zijn veroordeeld, waarbij een plattegrond als bewijsmateriaal voor hun
staatsgevaarlijkheid werd aangemerkt.
Aan het einde van 'Terror und Traum' doet Schlögel een
poging tot verklaren. Eerst gaat hij in op de aantallen en de organisatie.
Tussen juli 1937 en november 1938 werden er 1,5 miljoen mensen opgepakt,
waarvan er 700.000 direct werden vermoord. Voor de regio Moskou gebeurde dit
vanuit een aantal kampen/executieplaatsen. Butovo is een der bekendste. Pas in
de jaren ’90 van de vorige eeuw werd deze plek blootgelegd. De mensen die hier
terecht kwamen wisten vaak niet waarom. Je werd veroordeeld wegens anti-Sovjet
activiteiten, verraad, samenzweren, etc. Maar er was geen peil op te trekken:
waarom jij? De veroordeling was volstrekt willekeurig: doodschieten of 10 jaar
kamp. Er viel niets aan te doen om je lot te ontlopen.
De administratie was hierbij goed geregeld. Iedereen werd
gefotografeerd en er moest een doodsbevel worden getekend. De absolute
wreedheid van de machthebbers blijkt bijvoorbeeld uit een wedstrijd die
Semjonow en Jakubowitsch hielden wie het snelst de soms paar honderd
doodsbevelen per dag kon ondertekenen…
De hele machinerie rond de veroordelingen en executies was
zo ingericht dat de deelnemers, zoals deze twee leiders binnen de Organen,
serieus dachten dat al deze veroordeelden gevaarlijk elementen waren die
uitgeroeid moesten worden.
Dit is een groot deel van de verklaring die Schlögel geeft:
er bestond angst voor de vijand! Men was bang voor een 5de kolonne,
een vijandelijke klasse die is blijven voortbestaan na de revolutie. Deze angst
werd versterkt door een dreigende tweefrontenoorlog met Duitsland en Japan.
Tijdens een congres van de NKVD in 1937 werd tussen de feestredes door
benadrukt dat zij goed werk hadden geleverd en dat de zuiveringen nodig waren.
Het krankzinnige is weer dat na de val van Jeshov en de overname van Beria veel
van de honderden congresleden zelf verdwenen in kampen of erger.
De leiders van de SU, met name de machthebbers binnen de
NKVD streden in hun beleving voor een goede zaak. Deze zaak, zo blijkt achteraf,
was heel precies voorbereid: bevel 00447 geeft precies aan hoe groot de
massamoord moest zijn: hoeveel mensen uit welke bevolkingsgroepen opgepakt
moesten worden. Schlögel geeft de lijsten weer in zijn boek. De repressie van
1937 kwam niet uit de lucht vallen, maar was zeer zorgvuldig gepland. Of iemand
daadwerkelijk iets misdaan had was niet aan de orde. Het ging erom het vastgestelde
plan te halen. Hiermee zou de vijand worden vernietigd. Met deze operatie vond,
zoals Schlögel het noemt, een totale politisering en criminalisering van de
Sovjet-samenleving plaats. Het plan werd gehaald en dit werd op het NKVD-congres
gevierd.
Het laatste hoofdstuk van T&T gaat over de afbraak van
de Christus Verlosserkathedraal. Op de plaats van deze kathedraal, die in 1931
werd opgeblazen, stond het Sovjet-paleis gepland, afgebeeld op de voorkant van dit boek. Een
megalomaan gebouw, 400 meter hoog met op het dak het grootste Leninbeeld
denkbaar. Door de Tweede Wereldoorlog kon de bouw niet doorgaan.
In de epiloog stelt Schlögel dat 1937 een vreselijke periode
in de Sovjet-geschiedenis is geweest, maar dat lange tijd de aandacht ervoor
gering was. Dit heeft alles te maken met de daarop volgende jaren. In de Tweede
Wereldoorlog bereikte de waanzin een nieuwe dieptepunt met als resultaat 27
miljoen doden aan Sovjet-zijde en een totaal verwoest land.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten