De stijl in elk boek van Perec is anders. Dit is een bewuste
keuze van de schrijver. Georges Perec houdt ervan zichzelf bizarre regels op te
leggen. In ‘La disparition’ ontbreekt in de hele roman de letter e.
Het lijkt onmogelijk maar het boek is vertaald in het Nederland als ’t Manco. In
een andere korte novelle heeft de hoofdpersoon tientallen verschillende namen.
Zijn beste boek vind ik ‘Het leven een gebruiksaanwijzing’. In deze roman (?)
is een gebouw de hoofdpersoon. Alle inwoners en inrichtingen worden zeer
uitvoerig en gedetailleerd beschreven. Hierin zit een terugkerend thema in het
werk van Perec: de uitputtende beschrijving.
In ‘Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil
vragen’ wil de hoofdpersoon opslag vragen en beschrijft welke stappen hij
hiertoe moet nemen. Deze stappen zijn zo uitputtend dat Perec zelf vreesde voor
een totaal onleesbare tekst. De basis is een stroomschema dat op de eerste twee
pagina’s staat afgedrukt en begint bij de vraag: is hij op kantoor? Dan zijn er
twee mogelijkheden, zo nee, dan volgt het op de gang uitzien naar zijn komst,
vervolgens is juffrouw Y in haar kantoor, weer zo ja en zo nee; dan, is zij in
een goed humeur, enzovoorts, enzovoorts.Steeds worden dezelfde stappen doorlopen met nogal bijzondere overwegingen, zoals heeft de afdelingschef vis gegeten, heeft hij zich wel of niet in een graat verslikt. Of, heeft een van zijn dochters de mazelen. Leuk is dat sommige zinnen voortdurend terugkeren, maar Perec geeft telkens een kleine variatie. En juist als het gaat vervelen komt er een krankzinnige variant voorbij. Alleen al het bereiken van de afdelingschef duurt zo jaren. De lezer zal begrijpen dat er in dit boek uiteindelijk geen enkele bruikbare tip of wenk wordt gegeven.
Het bijzondere van het werk van Perec is dat ondanks de
idiote verplichtingen die hij zichzelf oplegt zijn boeken goed weglezen. Je
moet wel een bizar gevoel voor humor hebben. En, respect voor de vertalers!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten