dinsdag 24 september 2013

Astolphe Marquis de Custine – Brieven uit Rusland


Deze brieven uit Rusland zijn geschreven halverwege de negentiende eeuw. Astolphe Marquis de Custine bezoekt drie maanden Rusland onder tsaar Nicolaas en keert terug met andere ideeën over het land dan voor zijn vertrek. Meteen bij de grens maakt hij kennis met het dictatoriale Rusland: eindeloos vragen, het doorzoeken van de bagage en lange wachttijden zonder dat je weet waarom. Iedere inwoner in Rusland is bij voorbaat verdacht, evenals bezoekers aan dit land.

Karel van het Reve geeft in zijn uitgebreide voorwoord aan dat de schrijver dit scherp zag. Hij trekt een parallel met het twintigste eeuwse communisme in Rusland en ziet vele punten van overeenkomst, o.a. de gevoeligheid voor de mening van buitenlanders, de staat van beleg als de normale toestand, het voortdurend liegen en het verborgen houden van rampen.

Het beschrijven van deze dictatuur is het voornaamste thema van dit reisverslag. Met 350 pagina’s is het boek naar mijn smaak iets te lang; halverwege weet je het wel. Toch merkt hij steeds weer iets nieuws op. Hij komt bijvoorbeeld tot de conclusie dat Russen hun onderdrukker lief hebben en dat dit al eeuwen het geval is in Rusland. Uitgebreid staat hij stil bij het bewind van Ivan IV, bijgenaamd de Verschrikkelijke. Stalin kon hier nog van leren: eindeloze martelingen, waar Ivan zelf deel aan nam, het willekeurig uitroeien van hele dorpen, etc. Hij vermoordde zelfs zijn eigen familie en volgens de mythe ook meerdere van zijn vrouwen. Deze totale verachting van het menselijk leven betekende niet dat het volk hem haatte, integendeel. Men hield van de Tsaar als een vader. Eens sloeg Ivan in een opwelling zijn lievelingszoon om een kleinigheid dood. De zoon stierf niet meteen, maar lag dagen op zijn sterfbed. Hij nam zijn vader niets kwalijk, was zelf juist schuldig geweest en kreeg nu  zijn verdiende loon.

Hoewel deze terreur dus al eeuwen duurt voorziet Astolphe Marquis de Custine dat er ooit iets zal  veranderen. Hij voorspelt een revolutie. Achteraf heeft hij gelijk gekregen, maar de terreur is onder het communisme niet minder geworden.

Jammer is dat dit thema het hele boek doordringt. Zelfs de stedenbouw en de natuur ziet de schrijver in dit perspectief: alles is groots en verplettert het individu. Soms ziet hij ook schoonheid in Rusland, zoals het Noorderlicht vanuit een paleis in Petersburg of het imposante  Kremlin. Moskou vindt hij verder erg stoffig: een uitgestrekt dorp met slechte wegen.

Astolphe Marquis de Custine moet tijdens het reizen voortdurend oppassen dat de politie en geheime dienst zijn brieven en aantekeningen niet vindt. Opmerkelijk is dat hij wel twee reispistolen bij zich heeft. Kennelijk was dit in de negentiende eeuw heel gewoon.

Een opvallende verschijnsel dat hij waarneemt (weet niet of het klopt) is dat Russen geen bedden hebben. Zij slapen op de bank, op de grond of waar het hen uitkomt. Daarom ziet iedereen er zo slaperig en verkreukeld uit. Zelfs rijke Russen, die wel een duur bed bezitten voor de sier, slapen liever op een stoel. Weer een bevestiging voor hem dat het barbaren zijn.

Een leuk uitspraak: wanneer iemand hem complimenteert met zijn aandacht voor een verhaal zegt hij: “De beste manier om te doen alsof men luistert, is luisteren.” Astolphe Marquis de Custine besluit het boek met een wijze raad voor de Fransman. Als uw zoon niet tevreden is, gebruik dan mijn recept: ga naar Rusland.

Geen opmerkingen: