De dokter en het lichte meisje veroorzaakte een kleine rel toen het boek in 1951 uitkwam. De critici waren over het algemeen positief, maar het grove taalgebruik werd ook veroordeeld. De katholieke kerk raadde het lezen van de roman sterk af en er werden zelfs Kamervragen over gesteld. Het schandelijke boek werd er niet minder om gelezen. Het eerste jaar werden er 14.000 exemplaren van verkocht. De roman draait om de verhouding tussen een jonge huisarts en een prostituee. Nergens in de roman gebruikt Vestdijk de term ‘lichte meisje’, het woord ‘hoer’ komt daarentegen wel vaak voorbij, maar ik denk dat zelfs voor Vestdijk de titel ‘De dokter en het hoertje’ wat te ver ging, of zijn uitgever zag dit niet zitten.
De roman is net als de Anton Wachter romans geschreven in de ik-vorm en je kunt het boek lezen als een vervolg op deze cyclus. Dokter Schiltkamp is de verteller en hij blikt terug op zijn leven als beginnende huisarts. Het verhaal is simpel. De arts komt in contact met Cor Westkamp, een ‘chocoladehoertje’, en ontfermt zich over haar. Hij zegt niet van haar te houden, maar doet dat uiteindelijk wel. De roman gaat over standsverschillen. Als arts heeft hij vele privileges. In de eerste hoofdstukken is hij waarnemend arts op verschillende adressen en misbruikt hij zijn positie om zowat ieder dienstmeisje of wederhelft van een collega-arts te verleiden. Hij legt daarbij nauwkeurig uit dat zijn seksuele misdragingen voortkomen uit de belangstelling die die vrouwen voor hem zouden hebben. Ook patiënten zijn voor hem niet veilig. De handelingen in sommige scènes doen meer denken aan aanranden dan verleiden. Daar komt bij dat collega’s en vrienden zijn escapades niet afkeuren, zo lang deze maar niet te zichtbaar zijn voor de buitenwereld.
Halverwege het boek ontmoet hij in een nachtclub Cor, die niet veel later bij hem op spreekuur komt in zijn net geopende praktijk en om een abortus vraagt. Schiltkamp verwijst haar door en betaalt de ingreep voor haar. De twee krijgen een merkwaardige relatie, waarbij de arts veel minder seksistisch en grof is dan dat hij eerder was tegenover zijn veroveringen. Hij neemt haar in dienst als huishoudster, maar patiënten mogen haar niet zien. Schiltkamp heeft een filosofisch trekje en piekert over het vinden van een balans in zijn leven. Hij heeft het over de christelijke keuze tussen het brede en het smalle pad en verwijst naar de taoïst Laotse. Aan het begin van zijn memoires vraagt hij zich af of er wel keuzevrijheid bestaat en zegt hij dat hij zich altijd heeft overgegeven aan de onberekenbare onvrijheid van het ingegeven besluit. Later geeft hij aan dat hij zijn eigen beweegredenen niet begrijpt. Zijn interesse in Cor is het gevolg van verliefdheid, maar je kunt het ook lezen als een poging de bestaande orde te veranderen door een relatie met haar te beginnen. De droevige conclusie is misschien dat zo’n relatie op basis op gelijkwaardigheid niet kan bestaan, al is het einde van het verhaal - zoals gewoonlijk in de romans van Vestdijk - niet eenduidig.
Vestdijk trekt er veel pagina’s voor uit om bijfiguren en zijpaden de ruimte te geven. Deze zijn meestal geslaagd, zoals een drankzuchtige hospita en een portier die vroeger lijkensnijder was op de universiteit en de oom blijkt te zijn van Cor. De passages die spelen in het nachtleven van Amsterdam, met alle ranzigheid die Vestdijk ons voorschotelt, duren mij echter veel te lang. De beschrijvingen van prostituées zijn vaak vernederend, maar de dokter heeft ook een soort ontzag voor hun zelfstandigheid en beschrijft ze als meiden die geen eerbied hebben voor het mannelijke principe.
De dokter en het lichte meisje vind ik niet helemaal geslaagd, maar een mindere Vestdijk is nog altijd een goede roman. Er staat veel schunnigheid in die soms weinig functioneel is, maar hij weet het meestal goed te verwoorden. Bij het stellen van diagnoses is Schiltkamp vaak zeker van zijn zaak: “Niet alleen, dat zij niet aan nymphomanie leed of ooit geleden had, maar, en al zou men haar stokslagen toedienen, zij zou er ook niet aan kúnnen lijden. Meinesz daarentegen was al jaren onder behandeling van een zenuwarts wegens vergaande mythomanie en een tikje masochisme.” Even later heeft hij het over ”twee gevallen van neuropathie in het onnodige stadium.” Ook vergezochte vergelijkingen zijn toch raak bij Vestdijk, zoals: “de wachtkamerdeur gesloten als in een seismografisch instituut.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten