Dorrestijns Vogelgids heb ik een paar jaar terug met veel
plezier gelezen, dus ik verheugde mij op dit nieuwe boek. Dat viel even tegen.
Misschien ligt het eraan dat een mens maar een bepaalde mate van zijn humor
vermengd met zelfbeklag aan kan. Met de Vogelgids zat ik kennelijk aan mijn
taks. Na 10 keer gezegd te hebben dat
het razend moeilijk is om bijvoorbeeld het ene strandlopertje van het andere te
onderscheiden, weet ik wel dat Dorrestijn geen soorten kan onderscheiden en
bovendien een buitengewoon slecht geheugen heeft. Misschien daarom dat hij het
ons nog minstens 30 keer laat weten. Verder is de opbouw van deze gids een stuk
rommeliger dan het voorgaande en slaan de kopjes soms helemaal niet op het
behandelde onderwerp. Of heb ik hier de humor gemist? De foto’s zijn mooi,
hoewel erg klein en zelfs kleiner dan in zijn Vogelgids. Ook de ‘grap’ met de
vele voorwoorden is maar eenmaal leuk. De Natuurgids ligt wel lekker in de
hand, heeft een mooi lettertype en de geur van verse inkt maakt de buitenkant
helemaal aangenaam. Maar Dorrestijn-liefhebbers raad ik dus de Vogelgids aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten