zaterdag 2 augustus 2025

Lodewijk van Oord – Niemand is van hier


De derde roman van Lodewijk van Oord (uit 2019) speelt in Oost-Afrika. Ik had het boek al een tijdje klaarliggen en na het lezen van zijn essay Protesteren voor beginners werd het tijd om Niemand is van hier te lezen. Van Oord woonde zelf jarenlang in Afrika: hij werkte in Swaziland en ik vermoed dat hij Maputo, de hoofdstad van Mozambique, goed kent. In de roman vertelt hij twee verhalen. Accountant Fliers van Deventer is door een fraudezaak in opspraak geraakt. Hij vertrekt voor enige tijd naar Mozambique en verblijft in de villa in een gated community even buiten Maputo. De biologe Rineke Friedl reist naar het kleine Franse eiland Île Europa in de straat van Mozambique om te onderzoeken hoe de rattenplaag aldaar te bestrijden is. De twee ontmoeten elkaar even op het vliegveld, maar zien elkaar verder niet, Tussen de twee verhalen zijn wel paralellen te trekken. 

Het centrale thema in het boek draait om de botsing tussen culturen en onbegrip hierover bij de heersende macht met geld en goede bedoelingen. Van Oord schakelt in de hoofstukken consequent tussen Fliers, een witte vijftiger, en Rineke, een al even Europese jonge vrouw. Hij beschrijft alle gebeurtenissen vanuit hun beider perspectief. Andere personages leer je uitsluitend kennen door hun ogen. Fliers is een wat arrogante man die weinig interesse toont in zijn omgeving. Hij brengt in eerste instantie zijn dagen al luierend door: eten, drinken en in het zwembad liggen. Het personeel zorgt goed voor hem en hij wacht in feite op het moment dat de storm in Nederland is overgewaaid, zodat hij kan terugkeren. Na een etentje bij de buren begrijpt hij iets meer over de plek waar hij woont, dat deze elite afgezonderd woont van de mensen in het dorp. Zijn personeel waarschuwt hem voor de gevaren die hem bedreigen: om bijvoorbeeld niet alleen over het strand te lopen vanwege de olifanten die er weleens rondlopen. Eigenlijk gaat het meer om het verstoren van de orde van de lokale bevolking.

 

Rineke komt aan op het eiland, waar buiten een groepje Franse soldaten, niemand woont. Voor haar onderzoek zet ze overal rattenvallen uit om de populatie in kaart te brengen voordat deze bestreden kan worden. Zij is de enige vrouw op het eiland en de soldaten laten haar dit ook weten. Zaken verlopen stroef, verse levensmiddelen bereiken haar maar mondjesmaat en ze krijgt onzinnige regels opgelegd waar zij zich eigenlijk niets van aan wil trekken. Om haar positie te verbeteren en andere belagers van haar af te houden, gaat zij in op het voorstel van de commandant om in zijn verblijf te overnachten; tot haar verbazing eist hij van haar geen seksuele handelingen, haar gezelschap is hem voldoende. De situatie op het eiland verandert als Rineke ontdekt dat er een man op het eiland is. Hij is met een bootje aangekomen en houdt zich schuil voor de soldaten. Rineke biedt hem een schuilplaats aan en kookt voor hem. De soldaten hebben hem inmiddels in de gaten en maken jacht op deze zwarte man. Hij wordt door een kogel geraakt.

 

Beide verhalen hebben een duidelijke verhaallijn: het gaat van kwaad tot erger. Van Oord weet meesterlijk binnen een beperkte fysieke omgeving de spanning met telkens nieuwe wendingen meer en meer op te voeren. Fliers ontfermt zich over de zieke dochter van zijn tuinman. Hij betaalt de ziektekosten, hoewel het kind nooit helemaal beter zal worden, en neemt haar in huis als hij ziet hoe armoedig het gezin woont. Dit lijkt een goede daad, maar hij bouwt er eigenlijk zijn schuld verder mee op. Hij komt in contact met de lokale geestelijke die hem geld vraagt voor de herbouw van de kerk die tijdens een storm is verwoest. Hij betaalt, maar wil geen plaquette met zijn naam erop als bedankje. De geestelijke waarschuwt hem dat zijn naam in de kerk juist zijn redding kan zijn, want de agressie naar aanleiding van roddels over zijn relatie met het zieke meisje zouden hem anders fataal kunnen worden.

 

Rineke ondervindt een moreel dilemma als de aangespoelde man terugslaat en zij zijn acties niet meer begrijpt. Zij is een slimme, invoelende vrouw die het beste met iedereen voorheeft. Met haar hulp aan de gewonde man, doet zij het juiste, maar onbewust verwacht zij iets terug van hem. Wanneer die verwachtingen niet uitkomen is zij in verwarring. Sterk is hoe Van Oord de arrogantie van de rijke Westerlingen laat zien, die denken dat alles met geld of met goede bedoelingen is af te kopen. In de twee zeer verschillende verhalen komt dit goed naar voren. Daarbij schrijft Lodewijk van Oord gewoon goed. Zijn stijl is puntig en direct en de verhaallijnen zijn rijk gevuld met mooie details, bijvoorbeeld over het vangen van ratten of over walvissen die langs de kust van Mozambique zwemmen. Tot slot een citaat om de houding van de zogenaamde meelevende Westerling te laten zien. De buurman van Fliers raadt hem aan in te gaan op een wens van de lokale bevolking. ‘Wat moet gebeuren moet gebeuren. Jij wilt hier toch wonen? Dan moet je je een beetje schikken. Niet te veel natuurlijk, want wij zijn de baas. Maar je wentelen in lokale folklore kan af en toe geen kwaad. Dat vinden de mensen plezierig. Sinds al die landen hier onafhankelijk zijn geworden, zijn ze erg van de gelijkheid. Het kan geen kwaad dat spelletje mee te spelen.’

Geen opmerkingen: