zondag 15 september 2013

Vic van de Reijt – Elsschot. Leven en werken van Alfons de Ridder


Elsschot is een groot schrijver. Ik had nog nooit een biografie over hem gelezen, wist wel dat hij vooral zakenman was, maar hoe het precies zat… Vic van de Reijt heeft lang aan deze biografie gewerkt (vijftien jaar geloof ik), de verwachtingen waren hooggespannen. Vooreerst is het boek goed geschreven; een rustige stijl en duidelijke hoofdstukindeling. Je kunt er wel doorheen lezen dat er veel geschrapt is; de biograaf heeft moeite zich in te houden bij het weergeven van mooie citaten. Dit is denk ik ook de reden dat er soms wat gekke sprongen in de tijd zitten, maar dat zijn details.

Al met al laat Vic van de Reijt een prima evenwicht zien tussen de zakenman Alfons de Ridder en de schrijver Elsschot. Het grijpt ook in elkaar, zowel qua stijl als wat betreft de thema’s van zijn boeken. Veel van zijn boeken zijn bijna letterlijke vertalingen van dingen die hij meemaakte binnen zijn familie of kennissenkring en die meestal ook een zakelijk kant hadden. Lijmen is daar een goed voorbeeld van. Leuk is dat het woord lijmen veelvuldig terugkomt in dit boek, bijvoorbeeld als er weer eens een lijmbrief geschreven moest worden. En Alfons de Ridder schreef nogal wat brieven! Het was zijn belangrijkste werk als zakenman, naast het bezoeken van hooggeplaatsten om iets voor elkaar te krijgen en het zakendoen in cafés.

Hoezeer de eerst helft van zijn leven zaken en schrijven gescheiden waren blijkt uit het feit dat zijn dochter er bij toeval achter kwam dat haar vader de schrijver Elsschot is. Hoe belangrijk de plek in zijn leven dit schrijven innam blijkt echter weer als je leest hoe hij zelf altijd ontroert raakte bij het voorlezen van zijn boeken. Het mooiste vind ik in deze biografie de sfeer uit de eerste decennia van de twintigste eeuw, hoe de stad Antwerpen zich ontwikkelde (België was toen de vijfde economie van de wereld, Nederland een achtergebleven boerenland), de ontwikkeling van het spoorwegennet, de optimistische sfeer, maar ook de taalstrijd, de gruwelijkheden van de eerste wereldoorlog, dan de  wederopbouw, etc. In deze tijd was Alfons de Ridder perfect op zijn plek. In de eenentwintigste eeuw zou hij verschraald zijn, denk ik. Maar dat is als-dan-geschiedenis en eigenlijk streng verboden.

Wat ik niet wist is dat Alfons de Ridder actief betrokken was bij het uitbrengen van herdenkingsboeken van wereldtentoonstellingen: Antwerpen en Luik 1930, Brussel 1935 en zelfs Parijs 1931. Als je zijn biografie leest en de zaken waar hij zich mee bezig hield, moet het uitbrengen van tentoonstellingsgidsen een kolfje naar zijn hand geweest zijn. Dit maakt voor mij het verzamelen ervan lastiger, want Elsschot-verzamelaars zullen dit materiaal ook verzamelen. Het beste wat deze biografie teweeg heeft gebracht is dat ik zin kreeg het werk van Elsschot te herlezen. En dat kan nooit kwaad.

Geen opmerkingen: