dinsdag 24 september 2013

Gerrit Komrij – Verwoest Arcadië


Ik ben een liefhebber van Komrij, maar dit boek had ik nog niet verorberd. Tijdens een hondenwandeling vertelde Marcel R. dat hij Verwoest Arcadië aan het lezen was. Ik besloot meteen voor slechts € 3,50 via boekwinkeltjes de privé-domein uitgave te bestellen. Een dag later kwam ik erachter dat tussen tal van andere Komrij-boeken in mijn kast zich een pocketuitgave Verwoest Arcadië had verstopt. Toevallig las ik die dag dat Kees van Kooten dit een van de mooiste boeken ooit vindt, opmerkelijk.

Komrij is op zijn het best wanneer hij lekker tekeer gaat tegen wat hem niet zint: televisieprogramma’s, architectuur, gelul over literatuur of de enorme hoeveelheid lelijkheid om ons heen. Verwoest Arcadië is een ander boek. Het is autobiografisch. Op de kaft van mijn pocketuitgave staat weliswaar ‘Roman’ en de hoofdpersoon is Jacob, niet Gerrit, maar daar laten we ons niet door afleiden. Omdat Komrij het liefst verbaal om zich heen slaat valt het hem niet mee om over gevoeligheden te schrijven. 

Verwoest Arcadië gaat er vooral over hoe de jonge Komrij zich tegen zijn omgeving afzet. Dit wordt niet beschreven als een persoonlijke ontwikkeling, maar als een literaire exercitie. Begrijpelijk dus dat ouders of andere familieleden in het boek nauwelijks voorkomen. Over Jacob schrijft Komrij herhaaldelijk dat hij niet weet wat emoties zijn en dat hij toneel speelt door te doen zoals anderen zich gedragen. Vaak begrijpt hij niets van wat anderen bezield en voelt hij zich geïsoleerd. Jacobs ware passie is literatuur: “Dingen waren zijn vrienden. Woorden waren zijn vrienden. Maar mensen?” Dit geeft weer hoe ook Komrij in het leven staat. De gedachten van de jonge Jacob zijn die van de oude Komrij. Je krijgt tijdens het lezen nooit het idee de wereld van een kind binnen te gaan. Prima, we zullen geen therapeut op hem afsturen voor een goed gesprek.

De mooiste stukken vind ik die over zijn schooltijd, vooral de beschrijving van een vakantiekamp, en de laatste hoofdstukken: Jacob is dan student en woont in een huurwoning in de Jordaan, die een hoerenkast blijkt te zijn. Hij is bezeten van jongens en boeken en lijdt nog altijd aan bibliokleptomanie!

Niet alle hoofdstukken zijn even geslaagd. Wat stoort is dat Komrij alles bloemrijk wil opschrijven, overal komt een vergelijking om de hoek kijken. Als hij al op drie manieren heeft verteld dat Jacob voortdurend grappen verkoopt, moet hij dit nogmaals illustreren met de omschrijving dat hij een narrenpak aan had. Even later beschrijft hij zichzelf als een vogel: een mus, een huisgier, en gaat hier op door tot aan ‘een kwikstaartje dat met zijn staartje kwikte’.  Dat gaat toch te ver meneer Komrij. En wat een lelijke zin.

Als je er op let staan er op elke pagina zulke op elkaar gestapelde vergelijkingen. Bij spannende scenes stoort dit niet zo, maar als het verhaal wat stokt en Komrij gaat mijmeren dan erger je je steeds meer aan al die rake beelden. De literaire mooischrijverij mag van mij wel wat minder. Er is een nieuwe verbeterde versie op de markt. Marcel is deze aan het lezen. We zullen de teksten eens naast elkaar leggen.

Geen opmerkingen: