Ik ben een liefhebber van Komrij, maar dit boek had ik nog
niet verorberd. Tijdens een hondenwandeling vertelde Marcel R. dat hij Verwoest
Arcadië aan het lezen was. Ik besloot meteen voor slechts € 3,50 via
boekwinkeltjes de privé-domein uitgave te bestellen. Een dag later kwam ik erachter
dat tussen tal van andere Komrij-boeken in mijn kast zich een pocketuitgave
Verwoest Arcadië had verstopt. Toevallig las ik die dag dat Kees van Kooten dit
een van de mooiste boeken ooit vindt, opmerkelijk.
Komrij is op zijn het best wanneer hij lekker tekeer gaat
tegen wat hem niet zint: televisieprogramma’s, architectuur, gelul over
literatuur of de enorme hoeveelheid lelijkheid om ons heen. Verwoest Arcadië is
een ander boek. Het is autobiografisch. Op de kaft van mijn pocketuitgave staat
weliswaar ‘Roman’ en de hoofdpersoon is Jacob, niet Gerrit, maar daar laten we
ons niet door afleiden. Omdat Komrij het liefst verbaal om zich heen slaat valt
het hem niet mee om over gevoeligheden te schrijven.
Verwoest Arcadië gaat er vooral
over hoe de jonge Komrij zich tegen zijn omgeving afzet. Dit wordt niet
beschreven als een persoonlijke ontwikkeling, maar als een literaire exercitie.
Begrijpelijk dus dat ouders of andere familieleden in het boek nauwelijks voorkomen.
Over Jacob schrijft Komrij herhaaldelijk dat hij niet weet wat emoties zijn en
dat hij toneel speelt door te doen zoals anderen zich gedragen. Vaak begrijpt
hij niets van wat anderen bezield en voelt hij zich geïsoleerd. Jacobs ware
passie is literatuur: “Dingen waren zijn vrienden. Woorden waren zijn vrienden.
Maar mensen?” Dit geeft weer hoe ook Komrij in het leven staat. De gedachten
van de jonge Jacob zijn die van de oude Komrij. Je krijgt tijdens het lezen
nooit het idee de wereld van een kind binnen te gaan. Prima, we zullen geen therapeut
op hem afsturen voor een goed gesprek.
De mooiste stukken vind ik die over zijn schooltijd, vooral
de beschrijving van een vakantiekamp, en de laatste hoofdstukken: Jacob is dan
student en woont in een huurwoning in de Jordaan, die een hoerenkast blijkt te
zijn. Hij is bezeten van jongens en boeken en lijdt nog altijd aan bibliokleptomanie!
Niet alle hoofdstukken zijn even geslaagd. Wat stoort is dat
Komrij alles bloemrijk wil opschrijven, overal komt een vergelijking om de hoek
kijken. Als hij al op drie manieren heeft verteld dat Jacob voortdurend grappen
verkoopt, moet hij dit nogmaals illustreren met de omschrijving dat hij een
narrenpak aan had. Even later beschrijft hij zichzelf als een vogel: een mus,
een huisgier, en gaat hier op door tot aan ‘een kwikstaartje dat met zijn
staartje kwikte’. Dat gaat toch te ver
meneer Komrij. En wat een lelijke zin.
Als je er op let staan er op elke pagina zulke op elkaar
gestapelde vergelijkingen. Bij spannende scenes stoort dit niet zo, maar als
het verhaal wat stokt en Komrij gaat mijmeren dan erger je je steeds meer aan
al die rake beelden. De literaire mooischrijverij mag van mij wel wat minder. Er
is een nieuwe verbeterde versie op de markt. Marcel is deze aan het lezen. We
zullen de teksten eens naast elkaar leggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten