dinsdag 30 december 2025

Simon Vestdijk - De hôtelier doet niet meer mee


De hôtelier doet niet meer mee is een latere Vestdijk, het is deel 48 in de Verzamelde Romans. Vestdijk schreef het boek in 1967, het verscheen het jaar daarop. De historische roman speelt in 1820/1821 in het Franse Grenoble. Een Duitse jongeman staakt zijn studie om op voorspraak van zijn oom huisleraar te worden bij de kennelijk rijke koopman Octave Trublet. Alles wat zijn oom had voorgespiegeld blijkt onjuist. De vrouw van Trublet is jaren terug overleden, de dochters zijn volwassen en alleen een zoontje heeft enig onderwijs nodig. De heer des huizes biedt onderdak aan een groepje handelsreizigers, oud-soldaten, ooit in dienst van Napoleon. In plaats van te werken voor hun baas lijken ze vooral te profiteren van de gastvrijheid van Trublet.


Wanneer Wolfgang Lindenhagen – zo heet de jongeman – aankomt in Grenoble valt vooral op hoe uitgesproken smerig de stad is, de straten liggen vol met uitwerpselen en overal ziet hij oorlogsinvaliden rondhangen. Vanwege de regen zijn de bergen rond de stad niet te zien; gelukkig voor hem, want hij heeft een uitgesproken hekel aan bergen. ‘In de Alpen komt geen fatsoenlijk man, dat zal iedereen met mij eens zijn. Zien wij af van een paar wetenschappelijke onderzoekers, een paar doldrieste veldheren, een paar handelsreizigers, tuk op Zwitserse kaas en horloges, dan is er voor de mens van onze tijd op die ongemotiveerde bodemverheffingen niets te zoeken. Ik vind ze ook niet mooi. Een schilderij van de Alpen is gruwelijk.’ Toch raakt Wolfgang eenmaal in deze vreselijke Alpen verzeild. Dit zijn twee dingen die je vaker ziet in de romans van Vestdijk: ten eerste dat zijn hoofdpersonage aan het begin van een roman in een vreemde omgeving aankomt, ten tweede dat het verhaal deels in de bergen speelt. 

 

Maar wat volgt na de eerste kennismaking met de huisgenoten speelt zich grotendeels in het huis af. Het gebrek aan handelingen wordt ruimschoots gecompenseerd door de eindeloze gesprekken. In de eerste helft van het boek wordt Wolfgang enigszins buitengesloten: hij geeft af en toe les, krijgt een administratieve opdracht van Trublet en wordt door de merkwaardige schoonzuster die er inwoont uitgenodigd voor een dansavondje in de salon. Met een van de handelsreizigers krijgt hij ruzie; de man blijkt later een van de dochters zwanger te hebben gemaakt en moet het huis verlaten. Trublet is een zachtaardige, beter gezegd, nogal slappe figuur. 

 

Halverwege de roman verandert er iets. De geheime politie ondervraagt Wolfgang en onderzoekt het huis; men verdenkt Trublet van Napoleontische sympathieën. Wolfgang weet van niets, maar zijn gastheer licht hem later in dat de verdenking klopt. Eerst noemt hij zich nog een onovertuigd Bonapartist, maar later blijken hij en zijn personeelsleden fanatieke aanhangers van de voormalige keizer te zijn. Het is nog sterker, hij heeft een plan om Napoleon die op St. Helena gevangen zit op slinkse wijze te bevrijden en wederom op de troon te helpen. Hiervoor heeft Trublet in de Alpen een schuilplaats ingericht, waar de handelsreizigers ook enige dagen heen waren gevlucht en waar Wolfgang hen eenmaal opzocht.

 

Nu Wolfgang alles weet - hij noemt zichzelf geen aanhanger van Napoleon, maar steunt de groep wel - wordt er eindeloos gepraat over dit complot en over Napoleon. De oudgedienden hebben allemaal een sterk verhaal over hem of over een van de vele veldslagen waar ze allemaal deel aan hadden. Voor de buren of de dienstmeiden moeten ze soms rustig aan doen, maar vervolgens roepen ze de keizer weer luidruchtig aan. Als er relletjes op straat zijn waarbij Bonapartisten zich roeren drukt Trublet hen op het hart om vooral binnen te blijven om niet de aandacht van de geheime politie te trekken.

 

Trublet heeft een contactpersoon in Amerika die hem steunt in zijn plannen. Er moet een duikboot gebouwd worden om Napoleon ongemerkt het eiland af te krijgen. Niemand van de groep stelt hier vragen over, behalve Wolfgang. Hij vraagt zich af of Napoleon überhaupt mee zal gaan als deze duikboot klaarligt. En waarom zou hij zich in de Alpen moeten verschuilen. Anderen zijn het met hem eens, wanneer de keizer eenmaal voet aan wal heeft gezet zal het volk hem als vanzelf omarmen. Dit deel van de roman is het best gelukt. Het wordt nog gekker als de Amerikaan plots voor de deur staat, hoewel Trublet hem toch wel had verwacht. Hij blijkt geen enkel verstand van duikboten te hebben, wat hem niet belet stevig mee te fantaseren met deze samenzweerdersbende; en mee te drinken. Wanneer het gerucht hen bereikt dat Napoleon zou zijn gestorven zijn de meningen verdeeld of dit bericht klopt. De Amerikaan stelt voor om de geest van Napoleon op te roepen. Hij kan dan zelf antwoord geven op hun vragen, zoals wie hem op moet volgen. Daar geeft de ‘geest’ een dubbelzinnig antwoord op, waaruit zou kunnen blijken dat hij nog leeft! Maar hoe kunnen zij dan zijn geest hebben opgeroepen? Even later roept de Amerikaan dat zij het ijzer moeten smeden als het heet is: ‘Propaganda, vrienden! Jullie muizenissen verdrijven met propaganda, dat is toch de aangewezen weg? Als hij dood is, tóch propaganda, misschien dat hij dan…’

 

In het beschrijven van dergelijke dubbelzinnigheden en complottheorieën is Vestdijk op zijn best. Je kunt er zelfs hedendaags populisme in herkennen. De gesprekken binnen de groep gaan een eigen leven leiden en komen meer en meer los te staan van de werkelijkheid. De beslotenheid van het huis, dat de Bonapartisten zo weinig mogelijk verlaten, draagt hieraan bij. Maar de roman als geheel is een beetje zwak. Er gebeurt gewoon niet zo veel en een aantal zijpaden wordt niet echt uitgewerkt. Bovendien is de ontknoping, vaak verrassend in de romans van Vestdijk, hier niet zo best. Trublet is teleurgesteld, gooit de klaplopers zijn huis uit en roept dat de hôtelier niet meer meedoet.

Geen opmerkingen: