dinsdag 24 september 2013

Rob Adams – Ga vreemd


Een tip van een collega. Meestal lees ik dit soort managementboeken half uit. Ze beginnen flitsend, willen iets geheel nieuws presenteren, maar na een paar hoofdstukken valt zo’n boek van pure saaiheid uit je handen en komt het niet eens in deze rubriek terecht. Het feit dat ik dit heb uitgelezen (naar het einde toe met steeds grotere sprongen) zegt al heel wat.  Het onderwerp is innovatie en als gezond uitgangspunt wordt hier niet alleen technische innovatie mee bedoeld.


Er is veel aandacht besteed aan de vormgeving en deze is dus origineel en felgroen. De hoofdstukjes worden afgewisseld met wetenswaardigheden uit de geschiedenis van de kunst, literatuur en wetenschap en met geslaagde praktijkvoorbeelden. Dat ik de meeste weetjes  al eens eerder had gelezen zegt misschien iets over mij - flink kranten lezen en opletten tijdens je studie - maar ook iets over de auteur: hij leest dezelfde dingen en heeft ook opgelet. Toch opmerkelijk dat in een managementboek de filosoof Sextus Empiricus wordt genoemd.

Herkenbaar vond ik de gedachte dat brainstormen en out-of-the-box denken weinig oplevert. Beter kun je gericht met een opdracht iets nieuws bedenken door bestaande zaken te combineren. Totale vernieuwingen worden zelden bedacht, bestaan ook bijna niet. Verder vond ik zijn nuchtere houding tegenover het idee dat je altijd naar de klant moet luisteren verfrissend. De klant zit niet te wachten op iets nieuws. Mobiele telefoon: de klant zei er geen behoefte aan te hebben, om maar een voorbeeld te noemen. Ford schijnt gezegd te hebben dat klanten snellere paarden wilden, geen auto’s. Had hij ernaar geluisterd, dan waren er geen Fordjes geweest.

Herhaaldelijk geeft Rob Adams aan een afkeer te hebben van benchmarken. Je moet je namelijk niet willen meten met je naaste concurrenten. Veel beter is het om te branchmarken: je laten inspireren door succesvolle ondernemingen uit andere branches. Door de hardnekkigheid waarmee hij dit punt maakt, vermoed ik dat hij ergens aan het begin van zijn carrière een trauma heeft opgelopen: waarschijnlijk maanden in de weer geweest met cijfers die in een bureaulade verdwenen.

Al met al een aardig boek, dat niet 100% vol staat met clichés. Met 300 pagina’s nog wel iets te dik. Zwak vond ik dat hij in een theoretisch hoofdstukje wel tien keer schrijft hoe saai de theorie is en hoe zwaar dit hoofdstuk wordt. Ik zou zeggen, laat het dan weg uit je boek of schrijf er op een luchtige manier over zonder de lezer af te schrikken.

Geen opmerkingen: