Na het uitlezen van dit boek weet ik nog niet precies wat ik
ervan vind. Vooraf was het mij diverse keren aangeraden als een meesterwerk.
Pas ruim een week geleden ben ik tot aanschaf overgegaan nadat Emmy mij
overtuigde het te lezen. Ik had eerder ‘Extreem luid en ongelooflijk dichtbij’
gelezen, wat ik wel aardig vond.
‘Alles is verlicht’ is beter. Ik vind het een mooi boek, maar niet geweldig. Eerst iets over de inhoud. Er zijn twee hoofdpersonen: de Amerikaan Jonathan, die op zoek is naar diegene die zijn grootvader heeft gered van de Nazi’s en Alex, een Oekraïense jongeman en tolk die hem samen met zijn grootvader helpt bij deze zoektocht.
Naast dit verhaal, vertelt Foer de vermeende familiegeschiedenis van Jonathan vanaf 1791 vol vooruit- en terugblikken. De zoektocht wordt in de loop van het boek steeds nauwer verbonden met de familiegeschiedenis en de geschiedenis van de grootvader. Alles komt samen in 1942 wanneer de Nazi’s de geboortestreek van zowel Jonathans als Alex’ familie bezetten. De details zijn gruwelijk, niet alleen het moorden, ook de keuzes waarvoor de niet-Joden worden gesteld. ‘Wijs aan wie hier een Jood is, anders vermoorden we je.’
‘Alles is verlicht’ is beter. Ik vind het een mooi boek, maar niet geweldig. Eerst iets over de inhoud. Er zijn twee hoofdpersonen: de Amerikaan Jonathan, die op zoek is naar diegene die zijn grootvader heeft gered van de Nazi’s en Alex, een Oekraïense jongeman en tolk die hem samen met zijn grootvader helpt bij deze zoektocht.
Naast dit verhaal, vertelt Foer de vermeende familiegeschiedenis van Jonathan vanaf 1791 vol vooruit- en terugblikken. De zoektocht wordt in de loop van het boek steeds nauwer verbonden met de familiegeschiedenis en de geschiedenis van de grootvader. Alles komt samen in 1942 wanneer de Nazi’s de geboortestreek van zowel Jonathans als Alex’ familie bezetten. De details zijn gruwelijk, niet alleen het moorden, ook de keuzes waarvoor de niet-Joden worden gesteld. ‘Wijs aan wie hier een Jood is, anders vermoorden we je.’
‘Alles is verlicht’ zit vol dialogen: tussen Jonathan en
Alex, tussen de opa en Alex en tussen de vele voorouders van Jonathan. Dit is
de kracht en de zwakte van het boek. Soms zijn ze nl. heel sterk. Je voelt hoe
moeilijk het is om sommige dingen te zeggen; in een juiste dialoogvorm werkt
dit heel goed, ondanks de soms lastige vorm met commentaar tussen haakjes. Ik
geef een voorbeeld:
‘Nee,’ zei grootvader (en je zult je herinneren Jonathan dat
hij hierbij lachte. Het was een korte, felle lach) ‘Hij was veel te timide om
wie dan ook te kussen, zelfs Anna. Ik denk niet dat ze dat ooit hebben gedaan.’
‘Hij was uw vriend,’ zei ik.
‘Hij was mijn beste vriend . Het was anders toen. Joden,
niet-Joden. We waren nog jong en er lag een overmaat aan leven voor ons. Wie
kon het weten? (We wisten het niet, probeer ik te zeggen. Maar hoe hadden we
het ook kunnen weten?)
‘ Wie kon wat weten?’
‘ Wie kon weten dat we op de punt van een naald leefden?’
‘ Een naald?’
De pagina’s waar dit citaat uit komt zijn erg sterk. De verschillende
lagen en vertellers storen niet. Op andere plekken stoort het wel. Bijvoorbeeld
wanneer bijna elke zin herhaald wordt. Alex is tolk en vertaalt soms hele
dialogen voor Jonathan. Dit brengt spanning, maar als het te lang duurt, ga je
het als een trucje zien en schiet het zijn doel voorbij. Met de verschillende
niveaus en gezichtspunten is dit soms ook het geval. Naast de drie verhalen
schrijft Alex Jonathan na zijn vertrek brieven over de beschrijving van zijn
familiegeschiedenis. En in deze geschiedenis stikt het ook van de verwijzingen
naar gebeurtenissen uit het verleden. Dit is wat veel voor een boek van
gemiddelde dikte.
Foer strooit daarnaast dingen in zijn boek als een
stroomschema van het geheugen, een pagina vol met de woorden …wij schrijven….
wij schrijven….. etc. en een uitgebreid ‘citaat’ van de dorpskroniek met
lemma’s als ‘De Dieren’, ‘Bestaande dingen’, ‘Niet-bestaande dingen’, Brods 613
treurigheden’, enzovoorts. Dit klink allemaal nogal absurd, maar vreemd genoeg
ontbreekt het aan absurde humor. Ik had nergens echt het gevoel: wat is dit
vreemd en waanzinnig bedacht.
Hij weet deze ‘zijpaden’ wel weer heel goed in het verhaal
in te passen. Wanneer je eenmaal een
pagina of 40 gelezen hebt, storen al die verspringingen niet meer. Je leest
gewoon vanzelf door. Wat ik wel storend
vond was het kinderlijke en leuk bedoelde taaltje van de gebrekkig
Engelssprekende Alex. Dit levert af en toe een leuke vondst op, maar meestal is
het flauw. Misschien dat dit in het Engels beter is.
Wat is mijn conclusie? Nu ik er weer in blader stuit ik op
passages die mij zullen bijblijven. Maar ook herinner ik mij de kleine
ergernissen over trucjes en taalgrapjes. Een hond die Sammy Davis Junior Junior
heet vind ik flauw. Het onderwerp is natuurlijk bijna te zwaar voor literatuur;
dat verklaart misschien de vorm die Foer heeft gekozen. Kortom, een ruime
voldoende, maar niet het lievelingsboek dat het voor anderen is. Ik zal het
niet herlezen. Ik ben wel erg benieuwd wat anderen precies mooi of lelijk aan
dit boek vonden. Laat mij het weten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten