dinsdag 24 september 2013

Edmund de Waal – De haas met de amberkleurige ogen


Netsukes zijn kleine Japanse beeldjes, oorspronkelijk bedoeld als kimonoknopen, maar het zijn vooral kleine kunstwerken. Je hebt ze in ivoor, been, hout en zelfs van metaal. Een netsuke stelt een persoon voor (bijvoorbeeld een monnik of een krijger), een plant, een godheid of een dier. Netsukes uit de zeventiende en achttiende eeuw zijn kostbare verzamelobjecten. Ik heb er één van buxushout uit de twintigste eeuw: twee ratjes op een pindanoot.


Dit boek gaat over netsukes, maar vooral over het zoeken naar familiewortels. De hoofdpersoon is de schrijver Edmund de Waal. Aan de hand van een verzameling netsukes volgt hij zijn voorouders, de familie Ephrussi . Hij begint zijn verhaal met de verhuizing uit Odessa. Het eerste deel van het boek handelt over Parijs aan het eind van de negentiende eeuw. Zijn familie is rijk, de netsuke-verzameling is maar een klein deel van hun bezit. De Waal beschrijft het dagelijks leven, de verzameldrift van ene Charles en vooral de contacten met kunstenaars en schrijvers: Proust, de broers Concourt, Manet, Renoir, Degas, etc. Mooi is dat Edmund de Waal beschrijft hoe hij de familie volgt in allerlei bronnen: dagboeken, kranten, tijdschriften en officiële documenten.

In 1899 verhuist de verzameling met een ander familielid mee naar Wenen.  De Waal bezoekt uitvoerig Wenen en doet er weer uitgebreid onderzoek. Hier begint het mooiste deel van het boek. Natuurlijk passeren de contacten met beroemdheden de revue: Karl Kraus, Von Hofmannsthal, Loos en zelfs de onvermijdelijke Freud. Maar de familie Ephrussi is Joods en vanaf pagina 1 zie je waar het heen gaat met deze familiegeschiedenis. In Wenen verliest de familie na de machtsovername de meeste bezittingen en wordt het land uitgejaagd. Veel vrienden en bekenden komen om in de kampen. Het verhaal is bekend, maar blijft, vooral als het goed geschreven is, huiveringwekkend. De verzameling netsukes wordt door Anna, de  huishoudster van de familie, gered van de nazi’s. 

De volgende plek voor de netsukes is Japan, waar de oom van de schrijver heen verhuist. De schrijver heeft er zelf ook gewoond en heeft van deze oom de verzameling geërfd. De naoorlogse jaren in Japan worden prachtig beschreven, daarna is het verhaal (te) snel uit.

Ik kreeg dit boek van Marieke voor mijn verjaardag, dus de verwachtingen waren hoog gespannen. Het is een mooi boek, maar niet geweldig. Het duurde meer dan vijftig pagina’s al voor ik een beetje in het boek zat. Hoogtepunt is de beschrijving van de jaren dertig in Wenen.  Het kan natuurlijk aan de Nederlandse vertaling hebben gelegen, waar voor gewaarschuwd was. Ik kwam inderdaad wat vreemde woorden en zinsconstructies tegen. Het woord vagebonderen werd bijvoorbeeld minstens tien keer gebruikt. Is dat Nederlands?

Gelijk met dit boek, las ik een ander boek met dezelfde thematiek: ‘Alles is verlicht’.  Hierin is de hoofdpersoon ook op zoek naar familiewortels. Het Jodendom en de oorlog zijn ook hierin de belangrijkste ingrediënten.

Geen opmerkingen: