dinsdag 24 september 2013

Bob den Uyl – De illusie van gisteren


Dit boekje staat al jaren op mijn zoeklijst. Antiquarisch is het niet te vinden. De oplage was in 1983 350, niet echt veel, ook niet zeer weinig. Opbeurend dat er kennelijk nog 350 Bob den Uyl liefhebbers bestaan die dit boekje koesteren en niet afstaan aan de markt.



Gisteren kwam ik er achter dat er gewoon 2 exemplaren in de bibliotheek staan, waarvan 1 uitleenbaar. De kwaliteit is niet best. Eén van de vorige lezers heeft bloedvlekken achter gelaten in het opstel ‘Een onbezonnen daad’ Wat zou er gebeurd kunnen zijn? Zo bloedstollend spannend is dit stuk proza ook weer niet.

Ondanks de besmeurde pagina’s las ik de zes beschouwende stukken met veel plezier. De stijl is typisch Bob den Uyl: afstandelijke, lichtvoetige humor met oog voor absurditeiten. Wel had ik het allemaal al eens gelezen, maar Bob den Uyl was een meester in het verkopen van eigen werk, ongeacht of het al eens eerder  gepubliceerd was.

Laat ik even stilstaan bij de Tweede Wet van Den Uyl.  In verkorte vorm luidt deze als volgt: voorwerpen ontwikkelen zich naar de meest ideale vorm, deze wordt even gehandhaafd en vervolgens weer verlaten. Zijn stelling is dat van veel voorwerpen het bereiken van deze ideale vorm achter ons ligt. De auto is bijvoorbeeld een prachtig voorbeeld. Zo mooi als in de jaren 50 wordt het nooit meer. Een recent  voorbeeld is de thuiscomputer: Apple bereikte een steeds mooiere vorm, maar met de onooglijke i-pad en al zijn klonen ligt deze ideale vorm achter ons; vanaf nu wordt het alleen maar lelijker.

Geen opmerkingen: