dinsdag 24 september 2013

F. Scott Fitzgerald – The Great Gatsby


De titel van dit wereldberoemde boek kende ik al heel lang, nooit iets geweten over de inhoud. Bij de grote Gatsby stelde ik mij een soort monster uit een stripverhaal of een wervelwind voor. Ergens werd dit boek in verband gebracht met Coney Island. Voor mij een aanleiding om het op de lijst te lezen boeken te zetten. Het verband blijkt achteraf zeer zwak. Wel speelde Scott Fitzgerald een rol in de laatste film van Woody Allen.



Genoeg reden om, toen ik in de Amsterdamse De Slegte het boek zag staan voor slechts 3 euro, het onmiddellijk te kopen. Ik had met Mark afgesproken in een klein groen parkje dicht bij Paradiso, waar wij Black Joe Lewis and the Honeybears gingen bekijken. Nu bleken er twee van dergelijke parkjes in de buurt te zijn, zodat ik de eerste paar hoofdstukken van The Great Gatsby uit had voordat een licht geïrriteerde Mark mij gevonden had.

Nu iets over het boek zelf. Het geeft een leuk tijdsbeeld van New York na de eerste wereldoorlog. Gatsby is een rijke jongeman met onduidelijke achtergrond. Hij geeft grote feesten, is erg populair en ogenschijnlijk geslaagd als zakenman. De ik-figuur Nick is zijn buurman. Nick ontdekt meer en meer over deze Gatsby en dat het geen toeval is dat hij contact met hem zoekt. Het hele verhaal navertellen hoeft niet. De meeste lezers zullen het boek wel kennen. Ik vond het goed geschreven en heb mij er niet bij verveeld. Er zitten een paar leuke onverwachte wendingen in, zoals het verzoek van Gatsby om te bemiddelen in een afspraak en de aanrijding met dodelijke afloop. Aan het eind van het verhaal is eigenlijk iedereen ongelukkig of dood, zoals het hoort in een klassieker. Op de begrafenis van Gatsby is het opvallend stil. Mensen hebben andere dingen te doen dan hem de laatste eer bewijzen. Naast Nick is alleen de  vader, één feestganger en wat personeel komen opdagen.

Geen opmerkingen: