dinsdag 24 september 2013

Ernesto Sabato – De tunnel


Een mooie nummer 100 in deze rubriek die ik 1 jaar, 1 maand en 1 dag geleden begon. De Tunnel was een tip van Louis, met zijn aanprijzing dat er verwantschap is tussen deze Argentijnse schrijver en het werk van Camus. De eerste zin van het boek geeft aan waar het verhaal om draait: “Het zal wel volstaan als ik zeg dat ik Juan Pablo Castel ben, de schilder die Maria Iribarne heeft vermoord.” Daarna legt Pablo uit hoe hij tot zijn daad is gekomen. Goed is hierbij de in zijn eigen ogen volstrekt rationele logica, waarmee hij telkens bewijst dat Maria liegt, hem tart, niet voor hem kiest etc. 

In het nawoord las ik dat Sabato ook natuurkundige is geweest. Pablo´s logica is niet die van een wetenschapper, maar van een gek. Hij ziet Maria eenmaal bij een tentoonstelling van zijn schilderijen en wordt door haar verschijning zo gegrepen dat hij haar moet weerzien. In zijn ogen is zij de enige die zijn werk echt begrijpt. Na maanden vindt hij haar, de liefde is wederzijds. Maria blijkt echter getrouwd maar dat is geen beletsel voor een romance. Dat is niet echt het juiste woord. Voornamelijk is Pablo bezig haar te ondervragen en zijn eigen gelijk te bewijzen. Deze scenes zijn het meest geslaagd in dit boek.

Ik zag niet zozeer verwantschap met Camus, meer met Dostojevski, Strindberg en Honger van Knut Hamsun. Een voorbeeld van Pablo´s logica. Tijdens een heftige ruzie scheldt hij haar uit voor hoer. Zij zwijgt, pakt haar spullen en wil weggaan. Dan werpt Pablo zich voor haar voeten, huilt en vraagt om vergiffenis. Na enige tijd begint Maria weer te glimlachen. Dit vindt Pablo uiterst vreemd. Iemand kan niet zo snel opgevrolijkt zijn na dit scheldwoord `behalve als er een zekere waarheid school in die benaming.´

Een andere keer ligt Pablo na weer een hevige ruzie zelf met een Roemeense hoer in bed. Opeens schrik hij enorm van haar glimlach. Deze lijkt op die van Maria en hij komt tot de volgende redenering: “Maria en de prostituee hadden een zelfde gelaatsuitdrukking; de prostituee veinsde genot; Maria veinsde dus genot; Maria is een prostituee. ” IJzersterk, maar het heeft niets met de werkelijkheid te maken. Ook Pablo komt tot het inzicht dat hij zijn ontdekkingen moet toetsen aan de werkelijkheid. Hij spoedt zich naar een vriend, werpt zijn veronderstelling dat Maria en haar neef Hunter minnaars zijn, kijkt hoe de vriend reageert en trekt hieruit zijn conclusies.

Het boek staat vol met dergelijke prachtige waanzin en is erg goed geschreven en/of vertaald. Door kleine opmerkingen begrijpt de lezer hoe Maria moet wanhopen en ook medelijden met hem heeft. De gekte gaat echter door tot het bittere einde, wanneer Pablo haar meerdere malen met een mes steekt tot zij dood blijft.

Geen opmerkingen: