Wie kent Bertus Meijer nog? Hij is een van de vele vergeten
schrijvers uit Rotterdam. Zelfs dbnl weet
geen werk van hem te noemen. Door deze prachtuitgave in de Sonde-reeks
kwam ik hem op het spoor. Het is een schrijver zoals ze niet meer bestaan: een
arbeider en overtuigd communist met interesse in kunst en cultuur. Na zijn
pensioen is hij zich volledig op het schrijven gaan toeleggen.
De memoires gaan over zijn leven in het vooroorlogse
Rotterdam. Meijer schrijft zowel over het schrijverschap, zijn politieke werk
en het arbeidersbestaan. De drie grijpen naadloos in elkaar. Binnen de linkse
beweging gaat hij om met geestverwanten als Jef Last, Willem van Iependaal,
Bertus Schmidt en Freek van Leeuwen. Gerard Vanter ontmoet hij en voor Geert
van Oorschot heeft hij grote bewondering. Er wordt een collectief en een
tijdschrift opgericht: Links richten. En natuurlijk vindt er een scheuring in
de afdeling plaats.
Het mooist zijn de beschrijvingen van bazen waar hij voor
werkte. De slechtheid van deze kapitalisten is overduidelijk. Meijer is
regelmatig werkeloos en trekt dan steun. Er is controle aan huis of je niet
stiekem zwart werkt. Dit gaat zo ver dat er met achterdocht naar nieuwe
schoenen wordt gekeken en de pannen worden geïnspecteerd op vlees. Want, waar
betaal je dat dan van? Regelmatig verhuisde de familie Meijer, er werden tijdens de
crisis volop huurwoningen aangeboden. Eens hadden zij last van luizen, door
Meijer wandberen genoemd. Pas na tweemaal verhuizen waren zij verlost van het
ongedierte.
Zoals een goed communist betaamd heeft hij oog voor de
vijand die altijd dichtbij is. Eenmaal beschrijft hij een collega-schilder als
‘een orgeldraaierstype met vettig naar achteren gekamde haren.’ Vanzelfsprekend
blijkt dit later een vuilak. Meijer raakt door hem gewond aan zijn voet. De
artsen willen hem gauw terug aan het werk. Door deze uitbuiting duurt de
genezing juist maanden.
Ondertussen heeft hij wel de tijd om een idee voor een roman
uit te werken. Dit wordt ‘Bedreigde stad’, een roman over een seriemoordenaar
in Den Briel. Het boek is geïnspireerd op het verhaal van Jacques de Ripper.
Het thema is wat angst voor een seriemoordenaar teweeg brengt in een kleine
gemeenschap. Meijer schrijft later nog meerdere boeken. De treurigheid in de wijk
Katendrecht zet hem aan tot het schrijven van Mischa, roman van verworpenen
(Rijswijk 1950).
De herinneringen lopen door tot pal aan de Tweede
Wereldoorlog. In de laatste alinea schrijft Meijer:” Het is oorlog Jeanne. Maak
de kinderen wakker en kleed ze aan.”
7 opmerkingen:
Leuk om te lezen. Bertus Meijer was mijn opa, waar ik naar vernoemd ben. Zijn twee zoons ( mijn vader en mijn oom ) leven nog. Ik heb mijn opa gekend tot 1980, toen is hij overleden. Hij bleef strijdbaar tot het einde, dat leverde soms leuke discussies op met zijn ook strijdbare kleinzoon. Zijn vrouw Jeanne is overleden toen ik ongeveer 8 was ( ik ben van 1962 ). Ik kan het niet nalaten om in tweedehands boekwinkels zijn boeken te zoeken. Hoe ben je er toe gekomen om over hem te schrijven ?
Oh ja, ik heet dus ook Bertus Meijer.
Beste Bertus Meijer
Wat leuk om van u te horen. Ik heb al jarenlang interesse in Rotterdamse literatuur. Het werk van uw grootvader kwam ik op het spoor door deze uitgave in de zgn. Sonde-reeks. Dit was een serie boekjes, die vanaf eind jaren ’60 werd uitgegeven door de Rotterdamse Kunststichting. Veel bekende Rotterdamse schrijvers werden hierin uitgegeven, zoals Jules Deelder, Rien Vroegindeweij en Bob den Uyl.
Ik heb nog een tweede boek van uw grootvader: ‘met open venster’ uit 1975. Binnenkort wil ik het gaan lezen.
Zelf werk ik bij de openbare Bibliotheek in Rotterdam. Vorig jaar hebben we al onze zalen, zaaltjes en studieruimtes hernoemd naar Rotterdamse schrijvers, zoals Marten Toonder, Anna Blaman, Bordewijk, e.d. Dit zijn er een stuk of dertig. Een kleine ruimte op de zesde verdieping heb ik naar uw grootvader genoemd. Er hangt een bord met de naam en wat achtergrondinformatie. Als u eens in Rotterdam bent kunt u het bekijken.
Met vriendelijke groet
Alek Dabrowski
Beste Buster, Via via kwam ik op deze site terecht met uw antwoord over uw opa en naamgenoot Bertus Meijer. Dan weet u ook wel of uw opa begraven of gecremeerd is. Als hij begraven is, weet u dan wanneer dat was en op welke begraafplaats hij ligt?
Vriendelijke groet, Pieter
Oei.
Ik dacht 1979. Op begraafplaats Crooswijk begraven. Maar het graf is al lang geruimd denk ik.
Mag ik uit nieuwsgierigheid vragen waarom u dat wilt weten ,
Groet
Bertus Meijer Jr.
Ik kwam hem toevallig tegen op de site van dbnl, was nieuwsgierig en kwam al googlend zo op deze site en het stukje van Dabrowski. Overigens staat daar (dbnl) dat hij in 1980 overleed. Ik denk ook wel dat zijn graf geruimd is. Bedankt voor de reactie.
Groet, Pieter
1980 klopt
Een reactie posten