dinsdag 24 september 2013

Koos van Zomeren – Een gegeven moment



Het is geen toeval dat ik na het lezen van de Heimweefabriek dit boek uit de kast trok. In 1983 en 1984 interviewde Koos van Zomeren mensen die geboren waren in 1900. De meeste verhalen van deze tachtigers gaan over de eerste helft van hun leven.

Het zijn markante types: een priester, een anarchist, een kunstenaar. En het zijn mensen die iets hebben meegemaakt. Het kan aan Van Zomeren liggen, maar veel van de gesprekken gaan over armoede, werk en klassentegenstellingen. Er is vooral heel veel veranderd in die 83 jaar. De zomers waren warmer en de winters kouder… Volgens een aantal geïnterviewden is alles vooral veel lelijker geworden. De bioloog Blöte vindt de stad Den Haag afschuwelijk geworden: ”Ik vind het bestaan van het leven makkelijker als gegeven te accepteren dan zo’n stadsbeeld.”

Er wordt veel over de oorlog gesproken, maar veel minder dan ik had verwacht: het reminiscentie-effect! Emmering was Joods maar probeerde te ariseren om aan het kamp te ontkomen. Hij bleek echter nog altijd ingeschreven te staan bij de Joodse gemeente. Uitschrijven kon niet want hij had van jaren terug nog een schuld van drie jaar kerkelijke belasting staan. Zijn geld was inmiddels in beslag genomen, dus betalen kon niet. “En ze hielpen mij niet. Nette heren hè, nette heren!”

Dan de raspessimist Freek Zoomer, die blij zou zijn als de wereld vergaat: “ik geloof in de volgende oorlog. Een atoomoorlog. Het einde. Daar geloof ik rotsvast in.” Hij maakt in de jaren vijftig het nodige mee bij het verachtelijke bedrijf Philips. Eén kleine anekdote. Hij kocht brood bij een rooie bakker. “Toen zeiden ze tegen mijn vrouw: je moet de Philips-bakker nemen, anders vliegt je man eruit.” Een gegeven moment is een leuk boek, alleen het grote formaat is nogal onhandig.

Geen opmerkingen: