Het achtste deel van Frida Vogels’ dagboeken is meer van
hetzelfde, maar het blijft spannend om te lezen. Huwelijkscrisis is wederom het
thema in deze twee jaren. Diverse malen besluit Frida dat het afgelopen is en
telkens blijft ze toch bij Enzo.
Daarnaast beslaan de verwikkelingen op het werk van haar man een groot deel van dit dagboek. Er wordt gestaakt. Enzo wil werken, maar wordt daarin gehinderd door communisten en ander links tuig. Elke dag komt hij gefrustreerd thuis en zou het liefst een geweer op zijn collega’s willen leegschieten. Eén van die collega’s is Frida’s vriendin Anna Maria. Natuurlijk levert dit de nodige dilemma’s voor haar op, die weer terugslaan op het huwelijk. Belangrijk is in dit deel ook de rol van haar vader; tijdens een gezamenlijke vakantie hoopt zij eindelijk meer te horen over zijn verhouding tot haar moeder; al lang geleden van hem gescheiden en jaren terug overleden, tevergeefs. Dan overlijdt haar vader op 23 augustus 1971.
Daarnaast beslaan de verwikkelingen op het werk van haar man een groot deel van dit dagboek. Er wordt gestaakt. Enzo wil werken, maar wordt daarin gehinderd door communisten en ander links tuig. Elke dag komt hij gefrustreerd thuis en zou het liefst een geweer op zijn collega’s willen leegschieten. Eén van die collega’s is Frida’s vriendin Anna Maria. Natuurlijk levert dit de nodige dilemma’s voor haar op, die weer terugslaan op het huwelijk. Belangrijk is in dit deel ook de rol van haar vader; tijdens een gezamenlijke vakantie hoopt zij eindelijk meer te horen over zijn verhouding tot haar moeder; al lang geleden van hem gescheiden en jaren terug overleden, tevergeefs. Dan overlijdt haar vader op 23 augustus 1971.
Frida verwijst af en toe naar het schrijven van dit dagboek
zelf. Na een flinke ruzie schrijft ze op pagina 303: Vanmorgen kon ik niet uit mijn
bed komen in het vooruitzicht dat ik dat nu allemaal zou moeten gaan
opschrijven. Even later schrijft ze: Iemand die dit zou lezen moet mij wel
uitkotsen. Toch kan zij niet zonder dit optekenen van haar leven met alle
intieme details. De omgang met anderen is bijna altijd een probleem. Het is
nooit een natuurlijk proces schrijft ze op pagina 501, maar altijd een schok:
”Iets zondig, zou ik haast zeggen.” In het najaar volgt deel 9.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten