Lisa Ridzén is sociologe en groeide op in het Noorden van Zweden. Zij komt uit een houthakkersfamilie en voor haar debuut heeft zij zich laten inspireren door haar eigen familie. De hoofdpersoon is de negentachtig-jarige Bo. Hij woont zelfstandig in het huis waar hij ook is opgegroeid. Zijn jämthund Sixten is zijn beste kameraad, maar de verzorging wordt een steeds groter probleem. Gelukkig heeft hij dagelijks thuiszorg en een aantal medewerkers laat Sixten uit. Zijn zoon Hans vindt het niks en wil de hond zo snel mogelijk herplaatsen. Ridzén heeft het verhaal deels gebaseerd op de aantekeningen van het thuiszorgteam dat voor haar grootvader zorgde. De kraanvogels vliegen naar het zuiden is een internationale bestseller. De Nederlandse vertaling is van Geri de Boer.
De roman is opgebouwd uit korte hoofdstukken met een datum. Het verhaal wordt geheel verteld vanuit Bo; korte aantekeningen van zijn verzorgers of zijn zoon wisselen het lopende verhaal af. Er staat bijvoorbeeld dat Bo op de bank slaapt, warme pannenkoeken heeft gegeten en dat hij weigerde om te douchen. Vervolgens lees je over deze gebeurtenissen vanuit Bo zelf. In de loop van de maanden gaat het steeds slechter met hem. In het begin laat hij Sixten af en toe nog zelf uit, later komt hij nauwelijks zijn bed meer uit. Zijn vrouw is zwaar dement en woont in een verzorgingshuis. Hans vindt dat zij haar moeten bezoeken, maar zelf ziet hij het nut er niet meer van in. Dagelijks denkt hij terug aan vroeger: aan zijn vrouw, hun enige zoon Hans en hun kleindochter Ellinor, waar hij dol op is. Vaak gaan zijn gedachten terug naar zijn jeugd, zijn moeder en de man die hem opvoedde en die hij de ouwe noemt. Op zijn twaalfde jaar ging Bo werken in de houtzagerij waar die ouwe ook werkte. Het was een zwijgzame man, waar hij weinig liefdevolle herinneringen aan heeft.
Bo houdt van zijn zoon Hans, maar verafschuwt hem ook, wanneer hij zo druk is met zijn werk, zich zorgen maakt om hem of telkens aangeeft dat het zo niet langer kan met Sixten. Mooi is dat Bo, die niet meer goed kan lopen, op zoek gaat naar een paar foto’s van zijn kleindochter. Hij wil ze aan Hans geven, maar vergeet dat dan weer. Later worden ze gevonden en is zijn zoon ontroert door dit gebaar van zijn vader. Zo zitten er meer gevoelige scènes in het boek, zoals die waarin hij geen afscheid kan nemen van de kleren van zijn vrouw. Ik zag de Hollywoodverfilming al bijna voor me. Wat dat sentiment betreft is het verhaal wat clichématig, maar ik werd er toch door geraakt.
Goed is hoe Ridzén het heden en de herinneringen van Bo heel goed met elkaar weet te verbinden. Hij gaat bijvoorbeeld naar buiten, ziet een stukje bos en het verhaal gaat meteen over op een herinnering aan dat bos. Zo lijkt iedere gebeurtenis of ieder voorwerp in het nu iets los te maken uit het verleden. Daarbij laat het geheugen Bo meer en meer in de steek en wordt hierdoor zijn waarneming vertroebeld. Soms moet je indirect lezen wat er werkelijk heeft plaatsgevonden. Dit doet Ridzén ook heel subtiel. Naast Sixten is zijn vriend Ture een grote steun voor Bo. Hij is ongeveer even oud en de vrienden kennen elkaar al decennia. Het contact bestaat uit korte telefoongesprekken, waarbij Bo vooraf opschrijft waarover hij met zijn vriend wil praten. Maar deze telefonische contacten verlopen ook steeds moeizamer. Het is al met al duidelijk waar dit verhaal heengaat; Lisa Ridzén heeft het levensecht verwoord in dit uitstekende debuut.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten