Twee dagen voor de vakantie begon ik in deze dikke pil die
ik van Ronald kreeg. Het lukte toen niet om hem uit te lezen, gisteren wel. Het
is verschrikkelijk wat Van der Heijden is overkomen: de dood van zijn zoon. Het
valt dan moeilijk er iets over te schrijven alsof het literatuur is. Je weet
dat hij het allemaal heeft moeten doormaken. Toch is het geen dagboekverslag
geworden, de ondertitel luidt: ‘Een requiemroman’.
Mij greep het erg aan en ik
bleef erin lezen. Van der Heijden beschrijft zijn leven vanaf Zwarte
Pinksterdag 2010 (niet geheel chronologisch) en blikt terug op het leven met
zijn zoon, de ontmoeting met zijn vrouw, de vele vakanties, etc. etc. Daarnaast
beschrijft hij hoe hij en zijn vrouw langzaamaan willen weten wat er precies
gebeurd is de laatste weken, dagen en uren voor zijn dood. Zij praten met
vrienden van Tonio en er is een mysterieuze vriendin waar Tonio een paar dagen
voor zijn dood een fotoshoot mee heeft gedaan. In deze passage krijgt het boek
een Van der Heijden-sfeer en wil je weten hoe het afloopt. Het is echter geen
roman, dus machtige ontknopingen en dwarsverbanden blijven uit.
Het is een
beetje een dubbel boek. Het boek past in zijn stijl om rond een waargebeurde
dramatische gebeurtenis een intrige op te zetten; Advocaat van de Hanen is het
meest geslaagde voorbeeld hiervan. Daarnaast heeft Van der Heijden dit boek
geschreven ter verwerking van zijn eigen verdriet. Als roman vind ik het niet
helemaal geslaagd; te weinig vaart, iets te dik en teveel herhaling; als
autobiografisch werk zitten er weer teveel romanelementen in. Maar goed, je
kunt het moeilijk zo beoordelen en dat hoeft ook niet. Ik heb het uitgelezen en
pas rond pagina 500 ging ik mij een beetje storen aan de lengte en de
herhalingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten